Stand veldleeuwerik dramatisch, aantal ooievaars groeit
• 27-04-2005
• leestijd 2 minuten
© veldleeuwerik
De veldleeuwerik verliest terrein in Nederland. Sinds 1973 is 90 procent van de populatie verdwenen. De vogels kunnen door de moderne landbouw op het platteland steeds minder voedsel, zoals insecten, vinden. Het aantal ooievaars is juist naar een recordhoogte gegroeid. Nederland telde in 2004 ongeveer 2000 ooievaars.
Vogelbescherming Nederland wil de veldleeuwerik weer een plaats geven op het boerenland. Dinsdag werd hiervoor in Finsterwolde het 'Actieplan veldleeuwerik' gepresenteerd. Langs de akkers wil de organisatie kruiden- en wilde bloemenranden inzaaien waar insecten zich thuisvoelen. In grote graanvelden moeten volgens woordvoerder H. Peeters van de Vogelbescherming 'leeuwerikeilandjes' aangelegd worden: stukken grond van vier bij vier meter waar de vogels mogen broeden en voedsel kunnen vinden.
Tussen 1973 en 1977 telde Nederland naar schatting nog tussen de 500.000 en 750.000 broedparen van de veldleeuwerik. Nu is daar nog ongeveer 10 procent van over.
Met het actieplan wil de Vogelbescherming bereiken dat de veldleeuwerik in 2014 van de rode lijst van bedreigde vogelsoorten is verdwenen. Elke tien jaar publiceert de organisatie samen met Sovon Vogelonderzoek en Tirion Uitgevers deze lijst. Bij de start van de campagne voor de veldleeuwerik werd ook de laatste editie (2004) gepresenteerd.
,,De grootste klappen vallen bij de akker- en weidevogels'', constateert Peeters wanneer hij de laatste lijst vergelijkt met die van 1994. Naast de veldleeuwerik is de situatie van bijvoorbeeld de grutto in tien jaar tijd verder verslechterd. Andere soorten als de patrijs en grauwe vliegenvanger, die graag vertoeven in knotwilgen en houtwallen, hebben het ook moeilijk.
In totaal staan 78 vogelsoorten op de Nederlandse rode lijst. Voor 40 procent van de vogelsoorten ziet het er niet goed uit: zij vallen in de categorieën bedreigd, ernstig bedreigd en verdwenen uit Nederland. Nieuwkomers op de lijst zijn onder meer de gele kwikstaart en de huismus. De afgelopen tien jaar hebben wel gunstig uitgepakt voor de ooievaar, lepelaar en ijsvogel. Door hun toename zijn ze van de lijst verdwenen.
De ooievaar maakt zeker de laatste drie jaar fors progressie. Door de 546 broedparen die in 2004 werden geteld, zijn ruim 1500 eieren geproduceerd. Een kleine 1250 van die eieren zijn uitgekomen. Uiteindelijk zijn ruim 900 jongen groot geworden.
Volgens de ooievaarringers Annemieke Enters en Wim van Nee uit Emmen zijn vooral de kwelders rond de grote rivieren, waaronder de IJssel, populair onder ooievaars. ,,Doordat sommige plekken langs die rivieren aan de natuur zijn teruggegeven, zijn daar goede voedselplaatsen ontstaan,'' aldus Enters. Omdat de weersverwachtingen goed zijn, verwachten Enters en Van Nee ook dit jaar weer een goed broedseizoen voor de ooievaars.
Bron: ANP