Een stadsvijver die goed wordt beheerd, doet niet onder voor de gemiddelde boerensloot. In stadswateren komen namelijk minstens zoveel soorten dieren en planten voor als in water op het platteland. Er leven zelfs zeldzame en beschermde soorten in vijvers en sloten die omringd worden door asfalt en bebouwing.
Bioloog Kim Vermonden van de Radboud Universiteit in Nijmegen is zelf ook verrast over de uitkomst van haar onderzoek, zei zij donderdag. ,,De biodiversiteit in stadswater is even rijk als in boerensloten.'' Vermonden promoveert deze maand op het onderzoek.
Vermonden onderzocht stadswater in nieuwbouwwijken in Nijmegen en Arnhem. Volgens haar zijn die gebieden te vergelijken met de bebouwde omgeving in een groot deel van de westerse wereld. Waterschappen nemen vaak maatregelen om te voorkomen dat regenwater ongefilterd in stadsvijvers terecht komt, maar dat blijkt volgens de promovenda helemaal niet nodig. ,,Regenwater doet niet zoveel kwaad. Instroom van rioolwater, wat hier en daar nog voorkomt, is veel erger.''
Vijvers en sloten in bebouwde gebieden zijn noodzakelijk voor waterberging en -afvoer. Via het stadswater zorgt een waterschap ervoor dat er geen wateroverlast in de wijk ontstaat. Vermonden raadt de schappen aan om stadswater regelmatig te baggeren, maar niet alle begroeiing in één grote maaibeurt weg te halen. Ook moeten de oevers niet te steil zijn en liefst niet beschoeid worden. Op die manier krijgen de vijvers, plassen en sloten helder water en fraai begroeide oevers. De geadviseerde maatregelen zijn niet duurder dan het huidige beheer, aldus Vermonden.