Vanuit het Zuiden en dan vooral vanuit Italie en de Alpen lift regelmatig en vooral in de zomer een bijzondere soort sprinkhaan mee richting Nederland. Hij klemt zich met zijn pootjes vast aan ramen en deuren van auto's, caravans en vrachtwagens. Die pootjes zijn min of meer zuignappen, waarmee hij gerust kan blijven zitten tegen auto's ook al rijden die met hoge snelheid. Soms zie je dat ze ruitenwissers omklemmen om zich goed vast te kunnen houden. Ben van As, sprinkhaandeskundige en eerste vinder van deze soort in Nederland, laat Menno zien waar deze zuidelijke boomsprinkhaan verblijft in Nederland en tot ver in november te bewonderen is. Ben trof deze sprinkhaan per toeval voor het eerst aan in 1993. Meldde dit aan andere deskundigen, die hem aanvankelijk niet geloofden, maar toen ze zelf kwamen kijken tot hun grote verrassing zagen dat Ben gelijk had. Hij mocht dan ook de nederlandse naam bedenken voor dit beestje, de zuidelijke boomsprinkhaan. Ze kunnen niet vliegen, want ze hebben geen vleugeltjes, maar kunnen wel enorm springen. Ze leggen hun eieren in de schors van bomen, een plek waar ze het liefst vertoeven, maar Ben laat zien hoe ze zich schuilhouden tegen flatmuren omdat die warm zijn en omdat bij flats meestal veel licht aan is waar ze graag op afkomen. Ze komen steeds vaker voor in Nederland omdat wij steeds reislustiger geworden zijn en de kansen voor deze meelifters daardoor dus toegenomen zijn.