Sportzomer: de springkampioen
• 05-08-2012
• leestijd 1 minuten
Voorafgaand aan de Sportzomer op Radio 1, op de valreep van Vroege Vogels, aandacht voor de wereldkampioenen in de natuur.
Hier is Mart Smeets:
Met zicht hiervandaan op de zandbak, waar de atleten zich opmaken voor het onderdeel verspringen. Bij de allereerste Olympische spelen in 1896 in Athene haalde Ellery Clark goud bij het verspringen: deze Amerikaanse atleet sprong destijds 6 meter 35. Het huidige olympische record staat op naam van Bob Beamon, ook uit de Verenigde Staten. In 1968 zette hij dat record op zijn naam met 8 meter 90.
Maar het absolute wereldrecord is gesprongen door een derde Amerikaan, Mike Powell uit Philadelphia. Op de Wereldkampioenschappen Atletiek in Tokio, in 1991, verbeterde hij het record verspringen met 5 centimeter. De jury mat vanaf de afzetbalk een afstand van acht meter 95, en daarom wordt Powell ook wel de “kangoeroe van Philadelphia” genoemd.
Niet voor niets, want in de natuur is de grijze reuzenkangoeroe de springkampioen. De Macropus giganteus komt uit het oosten van Australië. Met zijn krachtige achterpoten springt hij zover als een autobus lang is: maar liefst 13 meter! Met zijn staart van een meter lang houdt hij zichzelf daarbij in evenwicht. Het lijkt erg onwaarschijnlijk dat een mens ooit dat record zal verbreken. Goud dus voor de grijze reuzenkangoeroe!