Sportzomer: de snelste daler

Op de valreep en vlak voor 13 uur Sportzomer op Radio 1 kijkt Mart Smeets voor ons naar de wereldkampioenen in de natuur. Vanzelfsprekend met een blik op de Tour de France waarin vandaag de veertiende etappe wordt verreden.

Spectaculaire beelden
Goedemorgen vanuit finishplaats Foix. Vandaag komt de Tour in de Pyreneeën met twee bergen van de eerste categorie. De Mûr de Péguère en de Port de Lers die met 1517 meter het hoogste punt is van deze etappe. Een mooie dag voor de klimmers, maar zeker ook voor de dalers. Spectaculaire beelden zijn verzekerd als de waaghalzen zich naar beneden storten. Iedereen kent het verhaal van Wim van Est die 61 jaar geleden in de gele trui het ravijn inreed in de afdaling van de Aubisque. En ook Pedro Delgado maakte naam door zijn enorme snelheden bergaf. In het huidige peloton is Samuel Sanchez een hele snelle daler.

Echte klasbakken
Als de renners vanmiddag de top van de Mûr de Péguère hebben gehaald moeten ze zo’n 950 meter naar beneden naar de meet in Foix. De echte klasbakken halen dan snelheden tot zo’n honderd kilometer per uur. Voor die mannen op hun smalle bandjes kan het levensgevaarlijk zijn, maar in diezelfde bergen van de Pyreneeën woont Falco Peregrinus. En als je goed luistert tijdens het televisieverslag dan kan je Falco een beetje meewarig horen lachen als de dalers naar beneden gaan. Want Falco vindt 100 kilometer per uur iets voor mietjes.

Snelle slechtvalk
National Geographic heeft gefilmd hoe Falco van een paar kilometer hoogte naar omlaag ging. Toen is uitgerekend hoe snel die slechtvalk, want dat is het, in een duikvlucht naar beneden gaat. Dat was met, hou u vast, 389 kilometer per uur! Bijna vier keer zo snel als de snelst dalende wielrenner. Kop naar beneden en de vleugels zo aerodynamisch mogelijk langs het lijf. Harder dan een Formule 1 bolide. Daarom: let vanmiddag ook eens op dat schampere lachje van Falco Peregrinus tijdens de afdalingen.