Sportzomer: de hardloopkampioen

Na 10 uur op Radio 1 de Sportzomer. Wij kijken deze zomer aan het einde van Vroege Vogels naar de sportieve prestaties in de natuur. Hier is onze speciale verslaggever: Mart Smeets.

Terwijl de warming-up nog plaatsvindt duik ik samen met u even in de geschiedenis van het hardlopen. We gaan terug naar de allereerste Olympische Spelen, in 1896 gehouden - uiteraard in Athene. Tom Burke was daar de man die de 100 meter liep in 11,8 seconde. Als je dat omrekent is dat 30,5 kilometer per uur.

Precies een eeuw later, in 1996, loopt Donovan Baily de 100 meter in 9,85 seconde. En daarmee is hij tot nu toe de olympisch recordhouder. De snelste mens loopt dus bijna 36,5 kilometer per uur. En natuurlijk is dat veel sneller dan een slak, die in een uur een topafstand van 4 en een halve meter kan afleggen.

Maar Acinonyx jubatus , het jachtluipaard wint dit onderdeel glansrijk: met maar liefst 110 kilometer per uur is hij het snelste landdier! Dat doet-ie volledig op zijn teentoppen, de hielen en zolen raken nooit de grond. Zijn topsnelheid bereikt de cheetah, zoals ie ook wel wordt genoemd, binnen vier seconden. Zelfs Bailey heeft dan al snel het nakijken, de mens kan het jachtluipaard alleen met een auto of per motor bijhouden.

Na een minuut op topsnelheid loopt z’n lichaamstemperatuur te hoog op en moet het jachtluipaard afhaken, anders wordt de hardloper een doodloper.  Maar meestal heeft hij binnen die tijd zijn meest geliefde prooi, de antilope, dan al te pakken, want die loopt ‘slechts’ 90 kilometer per uur. Hoe dan ook, het jachtluipaard, de cheetah is de hardloopkampioen op het land.