Een kwart van de otters in Nederland gaat vroegtijdig dood door een aanrijding. Als het om een zogend vrouwtje gaat betekent dat ook de dood van haar jongen, want een nest is lastig te vinden. Daar komt verandering in, want het afgelopen jaar zijn er honden speciaal getraind om de otterweesjes op te sporen.
Otters hebben een groot gebied waarin ze voedsel zoeken, tot wel twee kilometer vanaf het nest. Ze leven in moeilijk toegankelijke, waterrijke gebieden, en de jongen zijn vaak goed verstopt. De kans dat de jonge otters op tijd worden gevonden is daardoor klein.
Training
Daarom worden er op initiatief van Landschap Overijssel speurhonden ingezet. Goed getrainde honden kunnen het spoor terugzoeken vanaf het doodgereden vrouwtje. Het zoekgebied wordt daarmee enorm verkleind, en daarmee stijgt de kans dat de jongen wel gevonden worden en in leven blijven. Om speurhonden geschikt te maken voor het zoeken naar otters moeten ze eerst goed worden getraind. Dat duurt ongeveer een half jaar. Michel Grobbe is gespecialiseerd in het inzetten van honden voor onderzoek in de natuur.