In de Weerribben zag Wieja van der Kamp in haar ooghoeken iets bewegen: "Heel langzaam heb me omgedraaid en wauw wat ik toen zag? Wat genieten." Drie spelende hermelijnen rollen door het gras. Eentje is duidelijk alerter en blijft zo nu en dan op zijn achterpoten staan om de omgeving goed te kunnen overzien. Men noemt dit gedrag ook wel ‘kegelen’.