"Sociaal-ecologische ramp op platteland"
• 29-01-2007
• leestijd 2 minuten
"Grofweg 65 procent van Nederland mist ruimtelijk stimulerend beleid doordat het ligt ingeklemd tussen steden en dorpen enerzijds en natuurgebieden anderzijds. Zelfs nationale landschappen lopen versneld leeg. Door dit gebrek aan aandacht voltrekt zich juist in deze gebieden momenteel een sociaal-ecologische ramp die zijn weerga niet kent". Dit stelt Jaap Dirkmaat, directeur van de Vereniging Nederlands Cultuurlandschap, in een brandbrief aan de kabinets-onderhandelaars in het Catshuis.
Dirkmaat wijst op het feit dat dagelijks maar liefst tien boeren hun overall aan de kapstok hangen, terwijl duizenden boeren moeite hebben om het hoofd boven water te houden en steeds minder kinderen hun ouders opvolgen. Daarbij constateert het Milieu en Natuur Plan Bureau jaarlijks dat veel planten- en diersoorten in aantallen achteruit gaan die in Nederland traditioneel aan de agrarische bedrijfsvoering gekoppeld waren. Daarnaast verliezen wij ontegenzeggelijk veel erfgoedwaarde, zowel binnen als buiten de aangekochte natuurgebieden. Landschapselementen als verbindende netwerken worden teruggedrongen in reservaten. Omdat hier sprake is van een sluipend proces dat reeds decennia geleden is ingezet, heeft binnen de politiek een gevaarlijke gelatenheid zijn intrede gedaan.
Terwijl deze sociaal-ecologische ramp zich al decennia lang voortzet op het platteland volstaat de overheid met een golf aan nota’s en opeenvolgende stukken beleid die aan het papier blijven hangen. Zo zijn de laatst gespaard gebleven agrarische cultuurlandschappen bij iedere Nota op de ruimtelijke ordening onder een andere benaming terug te vinden; ‘grote landschappelijke eenheid’, ‘waardevol cultuurlandschap’, ‘belvedère gebied’ en recentelijk ‘nationaal landschap’. Ironisch genoeg verdwijnen de boeren uit deze gebieden het snelst. Daarmee verdwijnt de ziel uit die landschappen en wordt straks het beheer een hele klus, uitgevoerd door aannemers die boerenbestaan naspelen.