De kruisbek is zo’n vogel die zijn naam eer aan doet: de bizarre gekruiste snavel is op de foto hiernaast goed te zien. De snavel heeft deze vorm zodat de kruisbek er zaadjes mee uit sparren kan peuteren. Hij doet dit door zijn bovensnavel en ondersnavel in tegengestelde richting te draaien, uniek onder de vinken.
Kruisbek
De kruisbek is totaal afhankelijk van zaden van naaldbomen en dan vooral van sparren. Veel kruisbekken broeden dan ook al in februari, omdat er dan veel zaden te vinden zijn in het bos. Bij voedselgebrek zullen de vogels overschakelen op dennenzaden.
Grote kruisbek
De in Nederland zeldzame grote kruisbek, een Scandinavische soort, is juist verzot op dennenzaden. Deze zitten in grotere en hardschubbige kegels dan sparrenzaden. Maar de grote kruisbek heeft wat gevonden op die moeilijker bereikbare zaadjes: hij heeft een snavel die veel steviger is dan die van een kruisbek.
Witbandkruisbek
De witbandkruisbek, eveneens een zeldzaamheid in ons land, is weer dol op een andere naaldboom: de lariks. Zijn snavel is daarom kleiner dan die van kruisbek en grote kruisbek, om zo de appels van de lariks uit de kegel te kunnen peuteren.
We kunnen de kruisbekken dus eigenlijk zien als de Europese tegenhanger van de verschillende soorten Galapagos-vinken die Darwin beschreef!