Slijmspoorzoeken
• 16-10-2008
• leestijd 1 minuten
Slakken of buikpotigen (Gastropoda) zijn een klasse uit de stam van weekdieren (Mollusca). De Nederlandse naam is te danken aan de gespierde onderzijde van het langwerpige lichaam, die voor de voortbeweging zorgt. Gaster betekent buik of maag, en poda betekent poten, wat de wetenschappelijke naam Gastropoda verklaart. Er zijn wereldwijd zo'n 60.000 tot 75.000 verschillende soorten bekend.
Slakken zijn de enige weekdieren die ook op het land leven. De meeste slakken leven in zee en daarnaast leeft een deel van de soorten in het zoete water. De slakken zijn op verschillende manieren in te delen, zo zijn er slakken met een huisje ('huisjesslakken') en slakken zonder huisje ('naaktslakken'), soorten die door kieuwen en andere die door longen ademen, er zijn aaseters, planteneters, detritus-eters, en zelfs op prooien jagende vleeseters.
De eerste herkenbare slakken stammen uit het Cambrium. Slakken worden gekenmerkt door een enkele schelp die meestal windingen heeft. Slakken zijn tweeslachtig, ze kunnen van gescheiden geslacht zijn, maar ook hermafrodiet. Slakken worden door vele dieren gegeten, inclusief de mens.
In Nederland staat de wijngaardslak op de lijst van beschermde soorten van de Flora- en faunawet. Dat betekent dat levende maar ook dode dieren (lege schelpen!) voor geen enkel doel in Nederland mogen worden verzameld of verhandeld. Daarnaast vallen drie soorten slakken onder de Habitatrichtlijn: nauwe korfslak (Vertigo angustior), zeggekorfslak (Vertigo moulinsiana) en de platte schijfhoren (Anisus vorticulus).
Bronnen: NMV, Wikipedia