Oliegigant Shell moet op 24 november bij het Gerechtshof in Den Haag toelichten waarom het verzuimd heeft om bepaalde relevante informatie te verstrekken in
de rechtszaak
die Milieudefensie en vier Nigeriaanse boeren in 2008 tegen het bedrijf aanspanden wegens olievervuiling. Tijdens de zitting komen ook twee pijpleidingdeskundigen aan het woord over mogelijk aanvullend onderzoek naar de oorzaak van de lekkages.
De zaak gaat over de verantwoordelijkheid van Shell voor de olievervuiling. Nadat het Gerechtshof Milieudefensie en de Nigerianen in december 2015 in
hoger beroep
op alle procedurele punten gelijk gaf, richt dat beroep zich nu op de vraag of Shell inderdaad voor de schade uit de lekkages aansprakelijk is. Tijdens de zogenoemde comparitiezitting van 24 november moet Shell toelichten waarom het, in strijd met het bevel van het Gerechtshof, bepaalde informatie niet aan de Nigeriaanse eisers en Milieudefensie heeft verstrekt. In december 2015 oordeelde de rechter dat zij inzage moeten krijgen in interne bedrijfsdocumenten, die aanvullend bewijs kunnen leveren voor Shell's verantwoordelijkheid voor de lekkages. Shell heeft niet al deze stukken verstrekt en bovendien veel informatie zwart gemaakt. In een tussentijdse uitspraak op 11 oktober 2016 heeft het hof Shell opgedragen om dat uit te leggen.