De kudde Schotse Hooglanders in Nationaal Park Veluwezoom, dat wordt beheerd door de Vereniging Natuurmonumenten, gedijt goed onder zo natuurlijk mogelijke leefomstandigheden. Bijvoeren in de winter is op lange termijn slecht voor de populatie. Dat blijkt uit het afstudeeronderzoek van Hans van Dijk, deeltijd student Bos- en natuurbeheer bij Van Hall Larenstein (onderdeel van Wageningen UR) en als boswachter verantwoordelijk voor beheer en begrazing van het park.
Van Dijk evalueerde de ontwikkelingen rond de kudde Hooglanders de afgelopen 25 jaar en onderzocht relaties tussen de conditie van de runderen, de populatiedynamiek, terreingebruik en het weer. Nederlands eerste en grootste bosbegrazingsproject startte in 1982 met tien Schotse Hooglanders op 167 hectare in Nationaal Park Veluwezoom. Tegenwoordig loopt er een kudde van 110 dieren op 4326 hectare.
Tussen 1996 en 2002 werden de runderen in de winter bijgevoerd, waardoor die flink groeide, met een hoogtepunt van 250 runderen. In 2002 mochten eenmalig 150 dieren worden afgevoerd van landbouwminister Veerman. Sindsdien wordt niet meer bijgevoerd. Van Dijk: ‘De populatie mag alleen nog veranderen door natuurlijke geboorte en sterfte. De kudde is nu veel stabieler en groeit gemiddeld met zes procent. Dat moet uitkomen op nul procent, en dat gebeurt denk ik binnenkort.’
Weersomstandigheden hebben geen invloed, de temperatuursom wel. Als – gerekend vanaf 1 januari – de som van de dagtemperaturen 180 graden Celsius is, dan gaat het gras groeien. ‘Hoe eerder dat is, hoe beter voor de dieren’, legt Van Dijk uit. ‘Er is een significante relatie tussen de wintersterfte en de temperatuursom. Bij bijvoering ontbreekt die relatie, wat ook laat zien dat je dan het natuurlijke evenwicht verstoort, en dat is op lange termijn slecht voor de populatie.’
Tussen wintersterfte en de conditiescore van de dieren in september bestaat geen verband. Van Dijk: ‘Je kunt niet van te voren voorspellen hoeveel en welke dieren er in de winter zullen sterven. Bij de Oostvaardersplassen speelde hierover een discussie. De sterftepiek ligt in maart en april. We grijpen dan in door dieren dood te schieten die voldoen aan criteria als apathisch gedrag in combinatie met een slechte conditie. Dit onderzoek onderbouwt het huidige begrazingsplan van de Vereniging Natuurmonumenten.’