Het aantal watervogels op de Zeeschelde is sterk afgenomen. Oorzaak is dat het water te schoon is geworden, stelde Jan Soors van het Instituut voor Natuur en Bosonderzoek (INBO) woensdag. De Zeeschelde is het verlengde van de Westerschelde, vanaf de grens.
In het water drijft minder organisch materiaal, waardoor er minder wormen zijn in het slib. Daardoor zijn er vooral minder kuif- en tafeleenden, maar ook minder wintertalingen, bergeenden, krakeenden, waterhoentjes en meerkoeten.
Veel van de vogels lijken te zijn verhuisd naar de rivier de Zenne, tussen Frankrijk en Mechelen. De rivier was tot voor kort het riool van Brussel, maar sinds de opening van een waterzuiveringsstation is er meer zuurstof in het water. Dat trekt wormen aan en daarmee vogels, volgens Soors.