Op maandag 8 juni werd tijdens een expeditiecruise van Natuurpunt en Inezia Tours in de Noord-Atlantische Oceaan een uitzonderlijke samenscholing van Groenlandse walvissen waargenomen. Langs het pakijs voor de oostkust van Groenland namen de deelnemers op minder dan drie uur tijd minstens 85 verschillende exemplaren waar. Tot op heden schatte men de sterk bedreigde populatie Groenlandse walvissen in de noordelijk Atlantisch Oceaan op ca. 100 ex.). Dit is dan ook een zeer uitzonderlijke waarneming.
Groenlandse walvis (
Balaena mysteticu
s) is een uitgesproken soort van het hoge noorden. De wereldpopulatie wordt momenteel geschat op 10.000 – 40.000 exemplaren. Het grootste deel daarvan bevindt zich in het noordelijke deel van de Stille Oceaan met populaties in de Bering-, Tsjoektsjie- en Beaufortzee en enkele losse populaties ten westen van Groenland. Van de laatste 60 jaar zijn maar een handvol waarnemingen bekend uit de Noord-Atlantische Oceaan en de gemelde aantallen zijn altijd erg laag. Officiele schattingen houden het op slechts enkele tientallen tot een 100-tal exemplaren die overblijven in dit gebied. Het is niet helemaal duidelijk of dit een restpopulatie is dan wel of er de dieren uit de populatie in de Stille Oceaan overkomen. Een waarneming van zoveel dieren samen in dit deel van de wereld is dan ook hoogst uitzonderlijk en het belang van deze waarneming kan dan ook niet worden overschat. Zeezoogdierkenners omschrijven deze waarneming nu al als ‘de vondst van de eeuw’.
Vroeger was deze soort veel algemener maar ze kwam sterk onder druk te staan door de walvisjacht. Vanaf de 16e eeuw werd de soort intensief bejaagd. De waardevolle walvisolie werd gebruikt als lampenolie en de uitzonderlijk lange baleinen - die door de walvis wordt gebruikt om voedsel uit het water te filteren - dienden voor het maken van hoepelrokken, paraplu’s en corsetten. Tegen de tijd dat ze wettelijke bescherming genoten (1946), waren de populaties wereldwijd al zeer sterk uitgedund.
Groenlandse walvissen migreren in het voorjaar mee met het ijs naar de noordelijker gelegen foerageergebieden waar ze de zomer doorbrengen. Ze volgen daarbij vaak de rand van het pakijs waar ze op zoek gaan naar zoöplankton of scholen kleine vis om zich mee te voeden. Waar ze nog in grotere aantallen voorkomen, beweegt de soort zich in kleine groepjes van 4 tot 10 dieren. Op rijke voedselgronden kunnen deze losse groepjes zich echter uitbreiden tot een samenscholing van enkele tientallen exemplaren. Vermoedelijk bevond zich op de waarnemingslocatie een sterke planktonbloei die de dieren aantrok en deze samenscholing veroorzaakte. Waar deze dieren de winter doorbrachten en of dit een ongekende deelpopulatie is, is momenteel nog niet duidelijk. Duidelijk is dat het pakijs voor de oostkust van Groenland van groot belang is voor het voortbestaan van de soort in dit deel van de wereld.
De Groenlandse walvis behoort tot de baleinwalvissen. Met een lengte van 18 meter en een gewicht tot 100 ton behoort deze zeereus tot één van de grotere walvissoorten. Het ontbreken van een rugvin laat deze soort toe om zich in en tussen het pakijs te begeven, waar ze foerageren. Verder kenmerkt de Groenlandse walvis zich door een enorme kop, een witte kin en staartaanzet en een V-vormige spuitfontein.
Bron: Griet Nijs, Gerald Driessens en Olivier Dochy, Natuurpunt
Pieter Van Der Luit, Inezia Tours