Ruthensparr’s grondel begint het koud te krijgen_26_11_2012
• 26-11-2012
• leestijd 1 minuten
Aan het voorkomen, verdwijnen of gedrag van heel veel zeedieren kunnen we momenteel waarnemen dat de winter in aantocht is. De Ruthensparr’s grondel, een klein visje dat veel in de Oosterschelde voorkomt, is daar een mooi voorbeeld van. In de zomer zwemmen ze vrij in de waterkolom. Momenteel liggen ze echter allemaal stil op stenen, oesters of de bodem. Bij verstoring zwemmen ze een klein stukje weg om daarna weer snel op de bodem neer te zakken. Als de watertemperatuur nog verder daalt verstoppen ze zich tussen de stenen en oesters om er tot volgend voorjaar niet meer tussenuit te komen.
De watertemperatuur in de Oosterschelde is gezakt tot 8 graden Celsius. De winter staat voor de deur, of moeten we in dit geval zeggen, voor de stormvloedkering. Veel zeedieren die eenvoudig grote afstanden kunnen afleggen zijn nu uit de Oosterschelde verdwenen. De Zeebaarzen, Harders en Zeekatten, die we deze zomer in grote aantallen in de Oosterschelde hebben waargenomen, zijn naar de Noordzee getrokken op zoek naar gebieden waar de watertemperatuur ’s winters niet zo ver daalt als hier. Andere soorten zeedieren die ’s zomers actief zijn, zoals bijvoorbeeld Noordzeekrabben, gaan zich langzaam klaar maken voor een rustperiode waarbij ze zich tussen stenen of in de zanderige bodem verstoppen, om er pas weer uit te komen als in het voorjaar de watertemperatuur flink is gestegen.