Ruim 1300 eieren op een hoop

Ringslangen gebruiken mest- en composthopen om hun eieren in te leggen. Door het verdwijnen van mestvaalten heeft deze slangensoort vaak moeite om nog geschikte eiafzetplekken te vinden. Daarom worden speciaal voor de ringslang broeihopen aangelegd. Deze broeihopen leveren meteen interessante informatie over de ringslangen in de omgeving. De maanden april en mei zijn geschikte maanden voor onderhoud en aanleg.

De ringslang is onze grootste slangensoort. De vrouwtjes kunnen een lengte bereiken van 120 centimeter, de mannetjes blijven kleiner met maximaal 90 centimeter. Het vrouwtje legt 5 tot 30 eieren. Ringslangen komen hoofdzakelijk voor in waterrijke gebieden boven de grote rivieren.

Vrijwilligers
De ringslangenwerkgroep in Houten is één van de vrijwilligerswerkgroepen in Nederland die een aantal van deze broeihopen aanlegt en onderhoudt. Ieder voorjaar zijn zij met een aantal vrijwilligers twee zaterdagen aan het werk om de broeihopen om te zetten en te voorzien van nieuw organisch materiaal in de vorm van blad en paardenmest.

Stijgende lijn
Bij het omzetten van een broeihoop komen de eiresten van het voorgaande jaar te voorschijn. Coördinator Peter van Wieringen van de werkgroep in Houten meldt dat zij dit jaar ruim 2500 eiresten in de broeihopen hebben aangetroffen, met in één broeihoop zelfs ruim 1300. In 2008 zijn in totaal ruim 1700 eiresten aangetroffen. Peter: 'Er zit dus nog steeds een stijgende lijn in en wij zijn benieuwd wanneer de top is bereikt. We zien het volgend voorjaar wel weer.'

Meer informatie over de aanleg van broeihopen is te vinden op de website van RAVON .

Tekst: Peter van Wieringen & Elvira Werkman, RAVON
Bron: Natuurbericht.nl