Rozenkevers en robots
• 04-03-2016
• leestijd 2 minuten
Chris Verhoeven is robotica-onderzoeker aan de TU in delft. Hij laat zich bij zijn werk inspireren door … rozenkevers!
Simpele regels
Het programmeren van (de computers in) robots is een koud kunstje, stelt Verhoeven. Het gaat erom dat je de juiste 'gedragsregels' voor een robot bedenkt; als 'dit', dan 'dat'. Die regels bedenken, dat is de echte kunst van het robotica-onderzoek. Om die regeltjes te bedenken, kijkt Verhoeven dus naar zijn kevers. Zo zag hij dat een kever die zich vastloopt in de hoek van het terrarium, tamelijk 'dom' reageert. Het diertje blijft gewoon 'random' wat proberen, en vroeg of laat komt hij wel weer vrij.
In eerste instantie had Verhoeven mini-robotjes zó geprogrammeerd dat ze bij 'vastlopen' een bepaalde specifieke draai moesten maken om los te komen. Maar daarmee werden de problemen vaak alleen maar groter. De robots bleven vastlopen, waarmee hun batterij snel uitgeput raakte. Wanneer Verhoeven de robotjes zo programmeerde dat ze een willekeurige draai moesten maken wanneer hun batterij weer door een zonnecelletje was opgeladen, verdwenen de problemen.
Zwermrobots
Een nog belangrijker eye-opener voor Verhoeven, was het gegeven dat de kevers elkaar gebruiken om uit de problemen te komen. Eén rozenkever die op zijn kop belandt komt nooit meer op zijn pootjes terecht. Maar omdat er tussen al die krioelende beestjes altijd wel eentje is die tegen de onfortuinlijke kopligger aanloopt, kunnen ze zich aan elkaar vastgrijpen, en komen ze wél verder.
Verhoeven gebruikt dat groepsgedrag nu ook in zijn ontwerpen voor mini-robotjes. Geen grote, intelligente machines, maar kleine, relatief domme dingetjes, die samen toch slimme dingen kunnen doen.