Het gaat goed met de lepelaars in Nederland. Rond 1970 waren er nog maar 170 broedpaar in ons land, nu zijn er ruim 2.500. In het waddengebied is de eerste kolonie ontstaan op Texel en inmiddels broeden ze op alle waddeneilanden. Het belangrijkste onderzoeksstation voor lepelaars zit echter op Schiermonnikoog.
Route
Lepelaars zijn trekvogels en trekken ieder najaar naar het zuiden. Spanje, Portugal en westelijk Afrika zijn de belangrijkste gebieden waar ze overwinteren. We weten dit onder andere door het onderzoek van Tamar Lok. Zij heeft een aantal lepelaars gezenderd. Als de vogels terugkomen naar Schier kan zij die zenders uitlezen en precies zien waar ze geweest zijn.
Familiebanden
Tamar wil ook graag weten of lepelaars die route van hun ouders leren. Ieder jaar ringt ze de nieuwe jongen op het moment dat ze zelfstandig zijn en nog net niet kunnen vliegen. Dankzij speciale kleurringen kan ze de lepelaars daarna individueel herkennen en de familiebanden in kaart brengen. Op deze manier manier hoopt Tamar en haar collega’s meer te weten te komen over het gedrag van lepelaars om ze zo beter te kunnen beschermen.
Ringen of niet?
Op Schiermonnikoog worden de lepelaar geringd, maar op Ameland zijn de jonge lepelaars dit jaar niet onderzocht. It Fryske Gea heeft dit jaar besloten om de kuikens niet te ringen. In de
uitzending over Ameland
legt beheerder Richard Kiewiet uit waarom deze beslissing is gemaakt.