Rotterdamse rugstreeppadden nog niet verhuisd

Slechts één mannetjespad wilde dinsdagavond meewerken aan de verhuizing van de populatie rugstreeppadden in het Europoortgebied die het havenbedrijf Rotterdam dinsdagavond voor ogen had. Intensief speuren van mensen van Bureau Stadsnatuur, het Havenbedrijf Rotterdam en journalisten rond de paddenpoelen leverde uiteindelijk tegen elf uur dat ene beschermde padje en een nog kleiner, eveneens beschermd, groen kikkertje op

Volgens biologen van Stadsnatuur zitten er in het gebied zo'n 80 rugstreeppadden. De amfibieën moeten verhuizen voor infrastructuur voor de aanleg van de Tweede Maasvlakte. Het Havenbedrijf heeft daarvoor toestemming van het ministerie van LNV.

De rugstreeppadden vonden het dinsdagavond blijkbaar nog te vroeg om naar de poelen te trekken om te paren en eieren te leggen, hoewel dat laatste nu juist datgene is wat het havenbedrijf wil voorkomen. Het nieuwe leven moet opgroeien in één van de 18 poelen die het een eindje verderop heeft laten aanleggen. Deze betonnen vijvertjes met zand- en steenhopen er omheen hebben per stuk 10.000 euro gekost.

Het Havenbedrijf wil de dieren voor juni verplaatsen om met de werkzaamheden aan het terrein te kunnen beginnen. De padden hebben echter, in tegenstelling tot de mensen, geen haast. Hoewel het de afgelopen tijd warm is geweest en het water in de poelen lekker op temperatuur is (21 graden), lieten ze zich dinsdagavond, behalve die ene, niet zien. Rugstreeppadden planten zich, in tegenstelling tot 'gewone' padden, pas laat in het seizoen voort en nemen er dan ook nog eens de tijd voor. Hun voortplantingsseizoen loopt van april tot september.

Om de padden te kunnen vangen, wachten de biologen het moment af dat ze naar de poelen trekken om te gaan paren. Voor die tijd zijn ze zo goed als onvindbaar omdat ze zichzelf diep in het zand ingraven. Eenmaal 'buiten' zijn ze goed op te sporen omdat ze luid van zich laten horen, vaak in koorverband.

Bron: ANP