Advocaat van de natuur en spreekbuis van het milieu.

Rosemarie Eichhorn: Verslingerd aan een specht

  •  
17-02-2011
  •  
leestijd 2 minuten
  •  
grote_bonte_specht_03.jpg
Nationale Tuinvogeldag, zondagochtend 8.50. Druilerig, donker weer. Hij zal mij toch niet laten zitten, vandaag nu ik hem en de andere tuinvogels wil tellen? Hij die ik elke morgen reikhalzend tegemoet zie?
Mijn twijfels blijken ongegrond: Als uit het niets hangt hij ineens aan de voedersilo, pikt razendsnel pinda’s. Daar is hij gek op, daar komt hij voor.
Wit-zwart getekend koppie, zwarte kruin, witte borst, vuurrode onderstaart, wit gespikkelde zwarte vleugels met opvallende witte schoudervlekken waaraan je hem op afstand vaak het best kunt herkennen. En aan de snelle, golvende vlucht.
Roerloos sta ik achter het raam. Terwijl hij gulzig eet, houdt hij mij voortdurend in de gaten met zijn kleine zwarte oogjes. Een schuwe vogel, de minste beweging doet hem op de vlucht slaan. En ja, even later laat hij zich verdrijven door een merel. Lafaard!
Maar nee, voor hem is voortdurende waakzaamheid een kwestie van leven of dood. Als plunderaar uit nood, die soms, als er niet genoeg larven en rupsen zijn,  nestkasten open hakt en dan eieren én jongen aan zijn eigen kroost voert, moet hij voorkomen om zelf prooi te worden. Mag wie zelf vlees eet, hem veroordelen?
 
Nu is het zo licht dat ik de rode nekvlek kan zien, het restant van het rode petje dat hij als jong droeg. Die vlek identificeert hem als mannetje. Vrouwtjes hebben die niet. Het is dus vast mijn kleine vriend, die sinds maart twee jaar geleden geregeld mijn gast is, als er maar pinda’s hangen. Op een dag bracht hij zijn vrouw mee, die was nog schuwer. Wat het stel niet heeft belet om in de Japanse kers voor mijn balkon een vurige vrijage op te zetten.
 
Er komt een ekster langs. De specht schiet weg naar een verderop gelegen boom. Aan de achterkant van een stam hupt hij omhoog, kijkt snel rechts, links, rechts, wisselt naar opzij, begint te roffelen.
 
Ik turf ondertussen snel een paar andere vogels: koolmees, pimpelmees, gaai, ekster, houtduif, merel, Turkse tortel. Je mag maar een half uur tellen.
Weg is mijn specht. Toch niet! Hij zit alweer in een andere boom te pikken!
Mijn blik dwaalt over de pindasilo. Daar hangt ineens nóg een grote bonte specht, vlak vóór de boom waar mijn vriend nu zit te roffelen. Ik wil mijn ogen niet geloven. En toch, het zijn er twee!
De tweede was zo snel weer weg dat ik niet kon uitmaken of die nu wél of geen rode nekvlek had. Hoe dan ook: ergens in april begint de broedtijd, dan brengt mijn specht zijn jongen groot, samen met mevrouw specht. En eind juli zijn ze uitgevlogen. Maar zo lang als er mensen zijn die ze voeren, zullen er in boomrijke wijken wel grote bonte spechten zijn om te bewonderen.
Rosemarie Eichhorn
Delen:

Praat mee

Onze spelregels.

0/1500 Tekens
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.

BNNVARA LogoWij zijn voor