Advocaat van de natuur en spreekbuis van het milieu.

Romke van de Kaa: Ooievaar moordenaar

  •  
18-08-2013
  •  
leestijd 2 minuten
  •  
103 keer bekeken
  •  
romke_04.jpg
Zou het misschien te maken kunnen hebben met naderende seniliteit, dat ik steeds vaker uitbarst in liedjes die ik in mijn jeugd op school zong? Laatst nog, bij het zien van een overzeilende ooievaar, schoot me het volgende couplet te binnen:
‘Ooievaartje, lepelaartje, ik ben niets tevreden
Over het zusje dat je bracht, juist een week geleden’
De rest van het lied zal ik u besparen, want die is niet politiek correct. Die gaat namelijk over een kind dat liever een broer heeft dan een zusje. Maar ja, toen ik op de lagere school zat moest het woord seksisme nog worden uitgevonden.
Maar goed, die ooievaar. Wat was ik blij toen het ooievaarsnest achter ons huis eindelijk werd bezet. Vanuit mijn slaapkamerraam volgde ik het wel en wee van ons ooievaarspaar. De paring, het geklepper, de geboorte van de jongen. Ik was met mijn verrekijker niet uit de slaapkamer weg te slaan. Toen sloeg het weer om. Het werd koud. En nat. Zo koud, dat je in juni de verwarming nog aan deed. Ik wel, maar in het kille ooievaarsnest zag ik de jongen langzaam minder actief worden. Toen ze helemaal geen teken van leven meer gaven moest ik bijna huilen. Bijna.
Ieder jaar volgde ik onze ooievaars. Ze broedden met wisselend sukses. Heel wisselend. In tien jaar tijd brachten ze misschien drie of vier jongen groot. Het meest spectaculair waren de gevechten met hele groepen jonge mannetjes die op het nest probeerden te landen om het vrouwtje te versieren. Met veel geklepper werd de aanval steeds weer afgeslagen.
En langzaam begon ik ook anders tegen de ooievaar aan te kijken. Dat begon eigenlijk toen ik steeds vaker doodgepikte ringslangen vond. Eerst gaf ik de reigers nog de schuld, totdat ik een ooievaar op heterdaad betrapte bij het moeizaam doorslikken van een ringslang.
Als je erop gaat letten, dan zie je dat de ooievaars helemaal geen kikkers eten, zoals een ander lied, ‘Aan de oever van de Rotte’ ons doet geloven. Als stofzuigers gaan de beesten door het weiland. Jonge hazen, kieviten, ringslangen, alles vreten ze op. Nooit zie je ze op één poot aan het water staan.
 
Sinds drie jaar blijft ons ooievaarsnest onbezet. Ik denk dat er zoveel landbouwplastic in verwerkt is dat het water erin blijft staan. Ik ben er niet rouwig om. Met de ringslangen gaat het fantastisch, de laatste tijd. En hazen zijn er ook weer genoeg.
En als ik tot slot nog eenmaal in zingen mag uitbarsten, dan zing ik:
Ooievaartje, moordenaartje, wat ben ik tevreden
Dat je weer bent opgekrast, nu drie jaar geleden. 
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.