Romke van de Kaa: Insectenhotel

Ik weet het, dit is radio en geen televisie, dus ik zal proberen zo precies mogelijk te beschrijven wat hier voor mij staat: ik heb hier een houten huisje van drie verdiepingen. Het lijkt op een vogelhuisje, maar er zit geen gat in waardoor een vogel naar binnen kan. Gelijkvloers is een klapdeurtje met sleuven aangebracht. Op de eerste verdieping is met kleine spijkergaatjes een vlinder getatoueerd en de zolder, onder het schuine dakje liggen wat stammetjes waarin gaten zijn geboord. Aan de achterkant van het huisje zit een sticker. Daarop staat: Tuinland, elf euro vijfennegentig

U raadt het al: ik heb hier een insectenhotel. Dat heb ik gekregen. De gulle gever dacht waarschijnlijk: ‘Die man houdt van alles wat groeit en bloeit, van alles wat kruipt en sluipt, die geef ik een dierenhotel. Mischien heeft hij bij Tuinland nog even geaarzeld of het geen pindakaashouder voor de mezen moest worden, maar nee, dat is te afgezaagd. Dan liever iets meer uitgegeven voor een insectenhotel.

En ik nog schijnheilig roepen: ‘Goh, wat leuk, dank je wel, een echt insectenhotel. Alsof ik daarom verlegen zat. Mijn hele huis is één groot hotel. Boerenzwaluwen schijten de fietsen in de schuur onder, salamanders en vleermuizen overwinteren in de kelder, en gaasvliegen en lieveheersbeestjes brengen de winter door op zolder. In de WC hangen drie dagpauwogen aan het plafond en in kist met opgerooide dahlia’s bereidt een ringslang zich voor op zijn winterslaap. Als die zwaluwen straks weg zijn wordt de schuur bevolkt door bosmuizen die aan mijn appels knagen onder het toeziend oog van een winterkoning die ondanks zijn naam slecht tegen de kou kan. Het insectenhotel verhuisde naar een kist met spullen voor de kringloopwinkel, samen met andere nutteloze rommel zoals een Römertopf, een broodbakmachine, een Senseoapparaat en een slowjuicer.

Toch is het natuurlijk toe te juichen dat de fauna in de tuin meer aandacht krijgt, alleen – is zo’n insectenhotel nu werkelijk bedoeld voor alle insecten? Of geldt hier ook: alle insecten zijn gelijk, maar sommige zijn nog net iets gelijker dan andere? Is het hotel misschien meer bedoeld voor bijtje zoem zoem, hommeltje brom, of vlindertje fladder, of is er ook plaats in de herberg voor de bladluis, de mier, het wespje prik prik en de pissenbed? En voordat u nu gaat bellen om te zeggen dat een pissenbed helemaal geen insect is: dat weet ik, maar daar gaat het niet om. Het gaat erom of de pissenbed dat zelf beseft voordat hij zich meldt bij het insectenhotel.

Het hout van mijn insectenherberg is wat groenig van kleur. Daaraan zie je dat het gewolmaniseerd is. Wolmaniseren is het verduurzamen van hout in een badje van zwaar giftige zouten van koper, arseen en chroom. Dat groene waas het hotel een sinistere uitstraling en mij een bang voorgevoel: zou dit voor veel insecten wel eens hun laatste hotel kunnen zijn?