Rolf Roos: Verwende vogels
• 07-01-2011
• leestijd 2 minuten
Vogels hebben zich zo mooi gemaakt en zingen zo betoverend dat ze de mens volledig naar hun hand hebben weten te zetten. Overal zijn vogelaanbidders. Clubs voor vogelbescherming zijn stukken populairder dan die voor liefhebbers van kevers. Om maar te zwijgen over de aanhang van borstelwormen. Wie mooi is heeft vele fans, jammer voor het minder bedeelde, kleinere gespuis.
Elke ochtend zitten vier dames op een rijtje voor mijn raam. Ze hebben een hoge stoel uitgezocht en kijken niet naar mijn fraaie uitzicht, maar recht mijn kamer in. Zelfs als ik ze de afgelopen avond in hun altijd open hok goed heb voorzien van graan en fris water, zitten ze klaar. De veren mooi gepoetst, de staartjes recht omhoog. Wat klaaglijk wordt er gekakeld, wat onrustig heen en weer geschoven. Komt er nog wat van? Ik zwicht, altijd, en werp een handje vers geroosterde muesli de tuin in en ben even van ze af.
Iets dieper in mijn tuin hangt een vetbol, nauwelijks bezocht door mees of sijs. Een halve straat verderop hangen de pindaslingers zo rijkelijk als guirlandes op een verjaardag van een 4-jarige, zodat mijn tuin al weken wordt versmaad. Ook plekken met terrasverwarming genieten de voorkeur. Een vriend van mij zette na kerst een schaal met overgeschoten vis en garnalen op zijn ruime balkon nabij Artis klaar, maar geen meeuw, geen reiger, geen mus. ‘Verwende vogels’, klaagde hij.
Wellicht hadden sommigen een fijnere smaak, of was er simpelweg te veel. De reigers doen zich liever tegoed aan de versere vis, die even verderop de pelikanen toekomt. En er zijn vele mannetjes en vrouwtjes in de stad, die onze gevederde vrienden dermate in de watten leggen, dat er voor een gewone vogelvriend weinig meer te lokken valt. Van een reiger is bekend dat hij dagelijks op het balkon tegen de ruit tikt en zo zijn bestelling doet. Er zijn meeuwen die alleen nog wárme patat eten. Verwende krengen zijn het. En vraag niet wie ze zo heeft bedorven.
Waar deze ontwikkeling toe leidt laat zich raden. De selectiedruk ten gunste van ‘vogel’ en ‘lieftallig’, zal binnen afzienbare termijn leiden tot een vliegende zeehond die uit de stadswateren opduikt om kopjes gevend op het bankje naast u te gaan zitten. Om samen van uw haring te genieten.