Rolf Roos: Insecten met bruine ogen
• 30-11-2014
• leestijd 2 minuten
Op de late bloemen van de klimop in mijn tuin verorberden ze de laatste nectar van dit jaar: kolossale wespen. De vroeger gevreesde hoornaar, de grootste wesp uit de lage landen, vliegt vloog een laatste keer langs mijn veranda. Hun steek is pijnlijker dan die van een honingbij. Toch maar niet doodslaan, want met hun gif doden ze andere insecten. Met reusachtige kaken vermalen zij hun prooi en voeren dit papje aan hun larven. Zouden zij ook vertederd kijken naar hun kroost? Zouden ze liefde voelen? Hun stijve gelaatstrekken geven wetenschappers geen aanknopingspunten.
Toch zijn hoornaars lief, want ze hebben bruine ogen. En hierin staan ze niet alleen. Ik heb door uiteenlopende insectenboeken gebladerd en wat blijkt: ook vele vroeger als ‘eng’ bestempelde nachtvlinders hebben lieve bruine ogen. Ranke zweefvliegen als de bessenzweefvlieg hebben zelfs bijna een warme blik. De zachtharige wolzwevers komen als kolibri’s bij bloemen op bezoek. Ze zijn poezelig als pluche speelgoedknuffels.
De insectenwereld was naast verrassend vooral eng. Maar wat zie ik de laatste tijd in de natuur en hoor ik in de verhalen van natuurwaarnemers?? Vele insecten kregen bruine ogen, groot en vochtig. Want op de oerangst voor al die kleine, kriebelige stekers en bijters volgde een beschavingsoffensief. Vele bloembezoekers werden ‘nuttig’ verklaard. Vrij recent volgde de wat ongemakkelijke fase van ‘eetbaar’ en nu worden ze in rap tempo ‘aaibaar’. De gevreesde hoornaar boven mijn veranda kreeg een zeehondenstatus. En je mag dit heel breed zien.
Vliegen worden uitgeroepen tot ‘leuke vliegen’ ook al steken regenboogdazen je armen lek en komen ze nog steeds massaal op de spreekwoordelijke stront af. Commerciële hommelkwekers prijzen hun zachtharige waar aan als ‘wollige bestuivers’. De honingbij en haar wilde familiegenoten zijn zo populair dat er meer bijenhotels worden geopend dan er bijen zijn om ze te bewonen. Leegstand dreigt. Maar die zal tijdelijk zijn.
We maken een mooie ontwikkeling door, wij mensen en insecten.
Waar het allemaal toe leidt, laat zich eenvoudig raden.
Denk maar aan de zeehonden.
Ook bruinogig en zeeeeeer talrijk.
De bijenhotels zullen eens uitpuilen als de zeehondencrèches.