Nieuwe kwaal in onze bomen: roetschorsschimmel

Na de iepziekte, de essentaksterfte en de kastanjebloedingsziekte, steekt een nieuwe kwaal de kop op in onze bomen. Esdoorns krijgen steeds vaker last van de roetschorsschimmel. Niet alleen vervelend voor de boom, maar vooral ook voor mensen die in het bos werken.

De roetschorsschimmel komt van oorsprong uit Noord-Amerika. Maar zoals zoveel organismen heeft ook deze schimmel zijn weg naar de overkant van de oceaan gevonden. De schimmel vestigt zich op verzwakte esdoorns. Heeft de schimmel eenmaal vat op de boom gekregen, dan vormt hij in het voorjaar letterlijk miljarden sporen, die als roet op de bast gaan zitten.

De roetschorsschimmel is niet zo vervelend voor de esdoorns als de iepziekte voor de iepen, of de essentaksterfte voor de essen. "Maar voor mensen die met de bomen moeten werken is het wel een vervelende schimmel", zegt Henry Kuppen van onderzoeksbureau Terranostra. "Als je een zieke boom moet omzagen of versnipperen, dan kunnen de sporen bij inademing chronische longontsteking veroorzaken. Je kan dan ook alleen in beschermende kleding en met een mondmasker met filter met deze bomen werken."

Het liefst zou Kuppen aangetaste bomen in een bos gewoon laten staan. "Gezonde bomen in de buurt zouden geen last hoeven krijgen van deze schimmel. Het wordt anders als de zieke boom in de bewoonde omgeving staat, of langs een wandelpad. Aangetaste bomen worden namelijk erg 'breukgevoelig'. Om gevaarlijke situaties te voorkomen moet je een boom op die plekken dus verwijderen. 

Zie je een esdoorn met grote zwarte vlekken op de bast, blijf er dan vooral van af en bel dan de eigenaar van de boom of de beheerder. Die moet dan eerst (laten) vaststellen of het inderdaad om de roetschorsschimmel gaat om hem dan eventueel – professioneel – te laten verwijderen.

Meer informatie over de roetschorsschimmel staat op de site van Terranostra.