Ransuilen zie je bijna nooit; soms hoor je de ijselijke kreten van de pas uitgevlogen jongen in het bos en als je geluk hebt, vind je een roestplaats.
Een roestplaats is geen spelfout, het is de plek waar ransuilen overdag rusten. Er kunnen wel tot dertig uilen in één boom slapen, allemaal statig rechtop.
Om goed te blijven zitten, hebben ransuilen een ‘keerteen’ die naar voren en naar achteren gedraaid kan worden.
Het gezamenlijke slapen op een roestplaats doen ransuilen vooral in de winter, aangezien ze de rest van het jaar samen met een partner druk met eieren en uilskuikens bezig zijn. Deze roestplaatsen kunnen vlak bij de bebouwing zijn, soms zelfs midden in een woonwijk.
Je vindt zo’n plek het makkelijkst door op zoek te gaan naar een boom waar een hoop uilenballen omheen liggen.