De rode rivierkreeft (
Procambarus clarkii
) is een zoetwaterkreeft, die oorspronkelijk voorkomt in zuidoost Amerika en Mexico. Als exoot komt de kreeft voor in Europa, Afrika en het oosten van Azie. De verspreiding van de rode rivierkreeft in Nederland is tot op heden beperkt tot Noord- en Zuid-Holland. In 2007 zijn al zeven exotische kreeftensoorten in Nederland ontdekt.
De naamduiding van deze soort is verwarrend. Vaak wordt de soort aangeduid met Amerikaanse rivierkreeft, maar die naam is ook in gebruik voor enkele andere soorten van het geslacht Procambarus. De meest voorkomende soort is de gevlekte Amerikaanse rivierkreeft (
Oronectus limosus
) met een landelijke verspreiding.
Volwassen dieren zijn roodachtig, op de scharen zitten felrode puntjes. De grootte van een volwassen exemplaar is minimaal 12 cm en maximaal 17 cm.
Met de invoer van rode en andere Noord-Amerikaanse rivierkreeften is kreeftenpest in Europa ingevoerd. De inheemse soort kreeft, de Europese rivierkreeft is hier niet tegen bestand en is daarom in grote delen van Europa uitgestorven. Mede hierdoor heeft de rode rivierkreeft zich snel kunnen uitbreiden.
De rode rivierkreeft verspreidt zich ook door afstanden over land af te leggen, dit in tegenstelling tot de gevlekte Amerikaanse rivierkreeft. Dit kan voor flinke ecologische effecten zorgen, omdat zo ook geïsoleerde poelen bereikt kunnen worden. De kreeften kunnen dan flinke schade aanrichten aan de vegetatie en de opgroeiende amfibieën in deze poelen.
De rivierkreeft is een alleseter. Hij scharrelt over de bodem op zoek naar waterslakken, mossels, waterinsekten en ook kleine visjes, als hij ze met zijn scharen te pakken kan krijgen. Aas wordt evenmin geschuwd. Ook waterplanten vormen een onderdeel van zijn gevarieerde menu. Zelf heeft de kreeft ook vele vijanden. Grote palingen en baarzen lusten wel een rivierkreeftje. En dichter bij het wateroppervlak moet hij flink oppassen voor reigers. Het is de rivierkreeft ook niet ongewoon om zijn soortgenoten op te eten.
De volwassen exemplaren zijn ook niet veilig voor elkaar als ze hun oude pantser hebben afgestoten. Dan is de kreeft bijzonder kwetsbaar en wordt dan boterkreeft genoemd. Het duurt dan ongeveer 8 dagen totdat het nieuwe pantser weer hard genoeg is om hem te beschermen. In hun eerste levensjaar wisselen ze wel 8 keer van pantser. Pas als ze 4 jaar en geslachtsrijp zijn wisselen ze nog maar 1 keer per jaar van pantser.