De lijst met bedreigde of kwetsbare vogels die eens in de tien jaar verschijnt heeft dit keer een aantal opvallende nieuwkomers. Hele algemene soorten die overal in ons land te zien zijn (of waren) zoals de huismus en de veldleeuwerik staan er sinds 5 november officieel op.
Met de handtekening van minister Veerman van LNV is de nieuwe Rode Lijst van bedreigde vogelsoorten nu van kracht.Volgens Vogelbescherming Nederland is het opvallend dat de akker- en weidevogels het slecht doen. Op de lijst staan in totaal 78 vogelsoorten, waarvan de populaties in meer of mindere mate bedreigd zijn of die geheel uit ons land zijn verdwenen. Nieuw op de Rode Lijst is onder meer de huismus, een vogel die twintig jaar geleden nog in absolute aantallen de soort was met de meeste exemplaren in heel Nederland. Sindsdien is het aantal gehalveerd. De negatieve trend is te wijten aan het gebrek aan nestgelegenheid in nieuwe gebouwen door ongeschikte daken en dakpannen, terwijl veel oudere gebouwen door renovatie en isolatie ontoegankelijk zijn geworden. Daarnaast schiet het voedselaanbod op veel plaatsen tekort. Braakliggende terreinen zijn gedecimeerd en graanakkers, waar huismussen in de nazomer massaal foerageerden, zijn vervangen door maïsakkers.
Ook de veldleeuwerik, vroeger in de top tien van meest voorkomende vogels op de derde plaats, is nu opgenomen in de categorie "kwetsbaar". Een aantal soorten is van de vorige Rode Lijst verdwenen, omdat het met hen inmiddels veel beter gaat.
Akker- en weidevogels
Niet minder dan 22 soorten van het boerenland staan op de Lijst. Daaronder vogels, zoals grutto, tureluur, veldleeuwerik en graspieper. Zo is het aantal grutto’s – Nederlandse weidevogel bij uitstek – sinds 1960 achteruitgegaan van 125.000 naar 45.000 broedparen. Van de veldleeuwerik (momenteel 50.000-70.000 paar) is sinds 1973 maar liefst 90% verdwenen. Belangrijkste oorzaak daarvoor is de intensivering van de landbouw met overbemesting, ontwatering, monoculturen van maïs- en grasland en het feit dat weilanden steeds vroeger en vaker gemaaid worden.
Andere soorten, zoals patrijs, steenuil, grauwe vliegenvanger en kneu zijn de dupe geworden van het verdwijnen van kleinschalige, agrarische cultuurlandschappen. Sinds de jaren zestig zijn knotwilgen, houtwallen, hagen, hoogstamboomgaarden en ruige overhoekjes met kruiden massaal uit het Nederlandse landschap verdwenen. Daardoor kampt bijvoorbeeld de steenuil met een afname van 50 tot 75 % en is een algemene broedvogelsoort als de kneu gehalveerd (thans 40.000 – 50.000 paar).
Winnaars
De nieuwe Rode Lijst Vogels 2004 toont ook positieve veranderingen. Zo staan lepelaar, ooievaar en ijsvogel door hun toename in de laatste tien jaren, niet langer vermeld. Dit is onmiskenbaar een gevolg van de beschermingsactiviteiten, die mede door Vogelbescherming Nederland, voor deze soorten getroffen zijn.
Op de Lijst staan 8 vogelsoorten die voorheen niet in Nederland broedden en tegenwoordig vaste voet onder de grond hebben. De natuurlijke vestiging van de nieuwkomers (roodhalsfuut, kleine en grote zilverreiger, brilduiker, slechtvalk, oeverloper, grote mantelmeeuw en kortsnavelboomkruiper) wordt zeker als een positieve ontwikkeling gezien.