Ongeveer een derde van het Duitse deel van de Rijn is geschikt paaigebied voor de Europese steur. Dit blijkt uit een onderzoek van de Duitse bioloog Dr. Stefan Staat. De studie werd uitgevoerd in verband met het Droomfondsproject Haringvlieg waarin Ark Natuurontwikkeling, Sportvisserij Nederland en het Wereld Natuur Fonds werken aan de terugkeer van de steur in Nederland.
De Rijn en de steur
Vroeger leefden er veel steuren in de Rijn. In de eerste helft van de vorige eeuw stierf deze vis uit door overbevissing, de aanleg van riviercorrecties en watervervuiling. De Europese steur is een trekvis die leeft in de zee maar paait op rivieren. De soort groeit op in de delta en als volwassen vis vertrekt de vis naar zee. Hier leeft de volwassen vis met name in kustzones. Uit het verleden is bekend dat de steur paait in de hoofdstroom van een rivier. In tegenstelling tot andere trekvissen heeft de steur een voorkeur om te paaien in rivieren met diep water, meer dan 2 meter diep, in combinatie met een grindbodem en een sterke stroming.
Onderzoek paaigronden steuren
Met een lengte van ruim 1200 kilometer verbindt de Rijn Nederland, Duitsland, Frankrijk en Zwitserland met de zee. In Nederland is het Haringvliet een cruciale schakel in de verbinding van de Rijn met de zee. Uit historische gegevens is bekend dat jonge steuren die hogerop in de Rijn geboren werden, opgroeiden in het zogenaamde natuurlijke estuarium van het Haringvliet voordat de steuren klaar waren om de zee op te trekken. Een estuarium is een brede, vaak trechtervormige monding van een rivier waar zoet rivierwater en zout zeewater mengen waardoor brak water ontstaat. De Haringvliet zou om die reden geschikt zijn als paaigebied voor de vissen. Daarnaast is ook bekend dat er meerdere potentiële paalplekken voor steuren aanwezig zijn.
Zes top paai locaties
Tijdens het onderzoek is gekeken over een lengte van zo’n 220 kilometer in de deelstaat Noordrijn-Westfalen, naar zowel de kwaliteit als de omvang van mogelijke paaigronden voor de steur. Uit de studie blijkt dat een derde van het onderzochte gebied geschikt is als paaigebied. Er zijn zes toplocaties aangemerkt tussen Emmerik en Bonn. Hier is veel grind aanwezig en is het water erg diep, in de buitenbocht van de rivier dieper dan vijf meter. Dit zijn de plekken waar de dieren graag rusten en de steuren goed kunnen paaien.
Voldoende paaigebied
Volgens de onderzoekers is de belangrijkste conclusie uit het onderzoek dat er in de Rijn meer dan voldoende paaigebied voor de Europese steur aanwezig is. De steur hoeft dus niet de zijrivieren op te trekken om geschikte paaiplaatsen te vinden.
In 2018 gaan de sluizen van het Haringliet op een kier. De resultaten van de studie zijn belangrijk voor de terugkeer van de steur in de Rijn.