Resultaten bodemdierendag
• 11-10-2015
• leestijd 2 minuten
Op Bodemdierendag zijn er meer dan 10.000 ‘bodemschatjes’ gemeld in Nederlandse tuinen. Dat is zondag bekend gemaakt in het VARA NPO radio 1 programma Vroege Vogels. De pissebedden staan aan kop. (Groene) tuinen kunnen dus een belangrijke rol spelen voor de algemene bodemdieren in stad en dorp. Samen met het Centre for Soil Ecology organiseerde het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW) dit jaar een bijzondere Dierendag! Een paar duizend mensen gingen op zoek en bijna 300 plekken verspreid over het hele land werden ‘grondig’ onderzocht.
Speciaal voor het internationale Jaar van de Bodem was Dierendag omgedoopt tot Bodemdierendag. “Veel enthousiaste mensen, vaak hele gezinnen, hebben hun eigen tuin op bodemdieren onderzocht. In totaal werden daarvan 287 tuinen, parken, groene daken en balkons gemeld,” zegt bodemdierenkenner Gerard Korthals van het NIOO en het Centre for Soil Ecology.
Van al het bodemleven zijn de pissebedden in de meeste tuinen gesignaleerd, op de voet gevolgd door spinachtigen en regenwormen. Kevers en miljoenpoten komen niet zo veel voor onder de waarnemingen - mollen zie je bijna niet in levende lijve. Korthals: “De meeste van de algemeen bekende bodemdieren zijn vaak gezien. Voor deze dieren kunnen tuinen dus een belangrijke rol spelen in de (stads)natuur.”
1. Pissebed – in 94 % van de tuinen
2. Spinachtige – in 93 % van de tuinen
3. Regenworm – in 91 % van de tuinen
4. Huisjesslak – in 85 % van de tuinen
5. Naaktslak – in 82 % van de tuinen
6. Mier – in 72 % van de tuinen
7. Duizendpoot – in 61 % van de tuinen
8. Kever – in 49 % van de tuinen
9. Miljoenpoot – in 39 % van de tuinen
10. Mol – in 7 % van de tuinen
De onderzochte tuinen krijgen gemiddeld een 9 voor het aanwezige algemene bodemleven. Het rapportcijfer is gebaseerd op aantal meldingen en diversiteit (van de hoofdgroepen bodemdieren). De overgrote meerderheid is halfgroene of groene tuin, maar er kwamen ook een paar balkons, parken, bestrate tuinen en groene daken binnen. De groene tuinen halen niet onverwacht het beste cijfer. Maar dat bestrate tuinen en zelfs balkons nog redelijk tot goed scoren, is verrassend. Wel lager dus, vooral doordat er minder dieren per hoofdgroep zitten. “Maar deze rapportcijfers gaan alleen over de algemene bodemdieren,” waarschuwen Korthals en collega-bodemdierenexperts Ron de Goede van Wageningen UR en Matty Berg van de Vrije Universiteit. “Naar het voorkomen van de zeldzamere soorten zijn we nog heel benieuwd.”
Alle soorten op de speciale Bodemdierendag-zoekkaart zijn ook daadwerkelijk ergens herkend. Sommige heel vaak, maar bijvoorbeeld de Clausilia-slakjes maar 11 keer en de grote glimworm maar zes maal. Bijzondere vondsten die mensen daarnaast nog melden, lopen uiteen van hazelworm en springstaarten tot ‘iets harigs’. Maar heel veel bodemleven is te klein om op te vallen.
Meer informatie op de website van de bodemdierendag. bodemdierendag