De rivierprik mag je eigenlijk geen vis noemen: met zijn cilindervormige en langgerekte lichaam behoort hij tot de familie van de rondbekken. Maar zijn gedrag lijkt op dat van bijvoorbeeld de zalm. De rivierprik paait in zoet water en groeit op in zeewater. Eén van die paaiplekken ligt in het gebied van de Drentse Aa, in een beek die het Gasterense Diepje heet. Om daar vanuit de Waddenzee te komen trotseert de rivierprik de sluizen bij Delfzijl en lange, onnatuurlijke kanalen. Hoe doet-ie dat? Onderzoekers van Imares Wageningen Universiteit proberen het mysterie van de rivierprik te ontrafelen door op zoek te gaan naar de larven, die drie jaar in het slib van het Gasterense Diepje leven om daarna naar zee te trekken.