Rekenkamer oordeelt hard over visserij
• 30-10-2008
• leestijd 2 minuten
Het Nederlandse visserijbeleid is niet streng genoeg als het gaat om het milieu. Economische belangen hebben de overhand. Daardoor verslechtert zowel de economische positie van de vissers als de ecologische situatie in de Noordzee. Tot die conclusie komt de Algemene Rekenkamer in het rapport Duurzame Visserij.
Het rapport is vooral kritisch over het vissen met de boomkor, een sleepnet dat de bodem van de zee in beweging brengt. Meer dan de helft van de vangst bestaat uit ongewenste bijvangst die veelal dood wordt teruggegooid in de zee.
Het Europese beleid richt zich uitsluitend op bescherming van de vissoorten die commercieel interessant zijn. Daarvoor worden vangstquota vastgesteld, maar deze maximale hoeveelheden te vangen vis zijn veel groter dan wetenschappers hebben aanbevolen.
De Rekenkamer stelt ook dat de Algemene Inspectiedienst (AID) te weinig controleert op zee. Zo moet op basis van afspraken elk vissersvaartuig minimaal zes keer per jaar worden gecontroleerd, maar de AID doet dit drie tot vier keer.
De onderzoekers plaatsen vraagtekens bij de sanering van de kottervloot. Gesaneerde vissers houden hun visrechten en de overblijvende vissers kunnen die huren of kopen, maar dat drukt wel hun winsten. De minister zou een ,,optimale omvang'' van de vloot moeten vaststellen, die rekening houdt met de vangstbeperkende maatregelen.
Minister Gerda Verburg (LNV) zegt in een reactie op het rapport dat het beheer van de visstanden een gedeelde Europese verantwoordelijkheid is en dat Nederland de afspraken strikt naleeft. Bovendien dient zij niet alleen rekening te houden met het milieu, maar ook met de sociaal-economische belangen van de vissers. Dat neemt niet weg dat zij de aanbevelingen uit het rapport onderschrijft. De Rekenkamer vindt wel dat zij daarbij ,,weinig concrete toezeggingen'' doet.
Minister Verburg wil het probleem aanpakken door de vissersvloot te vernieuwen en heeft geld vrijgemaakt voor het benodigde onderzoek. Sinds vorig jaar zijn er concrete doelen. 40 Procent van de boomkorvissers moet in 2013 zijn overgestapt naar andere vangstmethoden en de onbedoelde bijvangst moet dan zijn gehalveerd.
Bron: ANP