'Reisbranche steekt kop in het zand voor klimaatprobleem'
• 10-09-2007
• leestijd 2 minuten
Milieudefensie vindt dat de reisbranche met haar campagne tegen de voorgenomen ticketheffing de kop in het zand steekt voor het klimaatprobleem. 'De ANVR gedraagt zich onverantwoordelijk,' zo stelt campagneleider Joris Wijnhoven, 'het is hoog tijd dat er een einde komt aan de belastingvoordelen voor de luchtvaartsector.'
Volgens het Milieu- en Natuur Planbureau is de luchtvaartsector is verantwoordelijk voor tien procent van de Nederlandse bijdrage aan het broeikaseffcet. Als er niets verandert, dreigt dat op te lopen tot twintig procent in 2020. De sector is bovendien vrijgesteld van het heffen van BTW op tickets en accijns op kerosine.
Joris Wijnhoven: 'Deze belastingvrijstelling is op geen enkele manier te rechtvaardigen, vliegen is met afstand de meest klimaatonvriendelijke manier van vervoer. Wij zien het kabinetsvoornemen om een ticketheffing in te voeren dan ook als een welkome eerste stap. Maar ook aan in de introductie van kerosineaccijns kan de sector niet ontkomen.'
Milieudefensie wil dat het kabinet het initiatief neemt om met buurlanden als Engeland, Duitsland, België en Frankrijk een Europese kopgroep te vormen die kerosineaccijns gaat heffen op vluchten naar elkaars bestemmingen. Zo'n kopgroep is toegestaan binnen de regelgeving van de EU. Wijnhoven: 'Om vliegen een eerlijke prijs te geven, mag het niet bij de huidige bescheiden ticketheffing blijven. Dat helpt weliswaar iets tegen de enorme groei, maar nog niet genoeg. Vliegen moet flink duurder worden, zodat bijvoorbeeld de trein concurrerender wordt'.
Enkele jaren geleden liet Milieudefensie door het NIPO onderzoeken hoe luchtvaartpassagiers zélf over een vliegtax denken. Bijna de helft van hen kende de belastingvoordelen niet. Maar 71 procent van hen vond de invoering daarvan terecht. 'Dat zal door de recente aandacht voor klimaatverandering niet minder zijn geworden,' aldus Wijnhoven.