Redelijk vlindervoorjaar
• 08-06-2010
• leestijd 3 minuten
Veel vlinders blijven gelijk of doen het beter dan in het voorjaar van 2009. Dit blijkt uit de telgegevens van april en mei. De koninginnenpage is de grote verliezer van dit voorjaar. Bruin dikkopje en argusvlinder kenden een uitstekende start.
Het jaar 2010 verloopt tot dusver redelijk positief voor de dagvlinders. Van de 26 soorten waarvan voldoende telgegevens beschikbaar zijn gingen er vijf achteruit en vijf vooruit. De overige 16 vlindersoorten deden het vergelijkbaar met 2009, dat ook al een goed voorjaar kende voor de vlinders. Op meer dan 400 locaties worden door vrijwilligers van De Vlinderstichting wekelijks de vlinders op vaste routes geteld. Deze routes zijn maximaal een kilometer lang en vijf meter breed. Ze liggen zowel in natuurgebieden als in agrarisch gebied en steden . De tellingen vinden alleen plaats bij goede weersomstandigheden en de gegevens kunnen dan ook goed van jaar tot jaar worden vergeleken. Uit de eerste resultaten, met meer dan de helft van de routegegevens binnen, blijkt dat bij de soorten die evenveel vlogen als in 2009 de Rode Lijstsoorten aardbeivlinder, bont dikkopje en kleine parelmoervlinder zijn. Ook het oranjetipje staat bij de soorten die gelijk zijn gebleven, maar dit zou nog kunnen worden gecorrigeerd als de telgegevens van het hele jaar worden bekeken. Het oranjetipje, dat in normale jaren al is uitgevlogen, wordt nog volop gezien.
Winnaars
Tot de vlindersoorten die het dit voorjaar veel beter lijken te doen dan in 2009 behoort het ernstig bedreigde bruin dikkopje. Deze vlinder heeft nog maar een paar kleine kwetsbare populaties in Zuid-Limburg, maar op één van de vliegplaatsen vlogen er nu tientallen. Ook de bruine vuurvlinder is een Rode Lijstsoort die dit jaar meer geteld is dan het vorig jaar. De argusvlinder had eveneens een prima voorjaar. Dat was ook wel nodig, want de afgelopen tien jaren is dit zandoogje uit een groot deel van Nederland verdwenen. Vooral op de hogere zandgronden komt de argusvlinder nog maar nauwelijks voor. De grotere aantallen op de routes waren zowel in het westen van het land, waar de argusvlinder zich goed had gehandhaafd, als in het oosten waar de situatie het meest zorgwekkend was. Het groentje en de kleine vos, waar eerder dit jaar al natuurberichten over verschenen, behoren ook tot de winnaars van de eerste vlindermaanden van dit jaar.
Verliezers
Er zijn ook verliezers. De distelvlinder is nog maar nauwelijks gezien. Dat is een redelijk normaal verschijnsel, want 2009 was een extreem invasiejaar en zelden zijn er twee goede jaren op rij voor deze trekvlinder. De koninginnenpage is in april en mei 75 procent minder gezien dan in dezelfde periode vorig jaar. Ook uit de losse meldingen van vlinders die via Telmee zijn gemeld blijkt dit, want waren er in april en mei 2009 nog meer dan 340 meldingen, dit jaar bleef de teller steken op 157. De andere vlinders die het moeilijk hebben gehad zijn bruin blauwtje, boswitje en kleine vuurvlinder. Al deze soorten krijgen in de komende tijd nog één of meer generaties en kunnen zich nog dit jaar herstellen van hun magere start. Van de kleine vuurvlinder is bekend dat deze vooral in de derde generatie, die in september vliegt, heel talrijk kan zijn.
Het redelijke voorjaar wil niet zeggen dat het nu goed gaat met de vlinders. Als we vergelijken met 1990, toen het monitoringonderzoek begon, zien we voor veel soorten een achteruitgang. Door ons, met beleidsmakers en beheerders, blijvend in te zetten voor herstel van de natuurwaarden is die trend om te buigen naar een echte vooruitgang.