Raad bepleit meer publiek belang in Europees landbouwbeleid
• 16-11-2007
• leestijd 2 minuten
Volgens de Raad voor het Landelijk Gebied moet het Europees landbouwbeleid gericht zijn op publieke belangen als duurzaam landgebruik en voedselzekerheid. Gerichte betalingen voor geleverde diensten als milieu, natuur, landschap of dierenwelzijn zijn daarvoor volgens de raad het aangewezen systeem. Er is nog een lange weg te gaan voordat een uitvoerbaar en controleerbaar systeem kan worden ingevoerd. In de overgangsperiode vindt de raad financiële steun aan grondgebonden landbouw aanvaardbaar. Dit advies presenteert de raad donderdag 15 november tijdens een symposium in de Paleiskerk te Den Haag aan minister Verburg van LNV.
De raad vindt dat het compenseren van boeren voor prijsdalingen uit het verleden, zoals nu gebeurt, alleen voor een overgangsperiode te rechtvaardigen is. De overheid dient publieke belangen te borgen.
Volgens de raad liggen die publieke belangen voor de landbouw in:
het veiligstellen van de voedselvoorziening, duurzaam gebruik van de natuurlijke hulpbronnen en een aantrekkelijke leefomgeving en maatschappelijk verantwoorde productiemethoden.
Het centraal stellen van deze publieke belangen in het Europese landbouwbeleid vergt een wezenlijk andere manier van denken en handelen van betrokkenen, zowel bij de overheid, in de land- en tuinbouw en bij betrokken maatschappelijke organisaties. Het maakt voortbestaan van de landbouw in bepaalde gebieden middel en geen doel.
De raad adviseert om toe te werken naar een systeem waarin boeren direct betaald worden voor het leveren van diensten die de publieke belangen helpen realiseren. Voordat zo'n systeem op Europees niveau gerealiseerd kan zijn, is nog een lange weg te gaan. Zolang zo'n systeem er nog niet is, vindt de raad een vorm van financiële steun aan de grondgebonden landbouw op z'n plaats. De raad geeft hiervoor de voorkeur aan een toeslag per hectare die voor iedereen in een regio gelijk is (ook wel flat rate genoemd). Na invoering van zo'n regionale premie kan stapsgewijs gewerkt worden aan een strakkere relatie tussen de omvang van de steun en die van de geleverde publieke diensten.
Dit jaar is uitgebreid aandacht besteed aan de viering van het 50-jarig bestaan van het Verdrag van Rome (1957), waar het landbouwbeleid deel van uitmaakt. Het Europees landbouwbeleid (kortweg ook wel GLB genoemd) is ontwikkeld om de agrarische sector (productie en handel) deel te laten uitmaken van de eenwording van de Europese interne markt. Dit hoofddoel is gerealiseerd. Ook zijn de andere doelstellingen van het Verdrag van Rome grotendeels bereikt. Zo is de productiviteit van de landbouw snel toegenomen, en is de voedselvoorziening veiliggesteld tegen lage prijzen voor de burgers. Deze doelstellingen reflecteren de belangrijkste maatschappelijke zorgen in de jaren vijftig. De belangen van de huidige maatschappij zijn verschoven. Daarnaast zijn de uitbreiding van de EU en wereldhandelsafspraken aanleiding om het Europees landbouwbeleid te hervormen.
De raad vindt het van belang te anticiperen op toekomstige Europese beleidsontwikkelingen. De raad bepleit dat ministeries, waterschappen en de provincies in overleg met betrokken organisaties (landbouw, natuur, milieu, landschap, dierenwelzijn) tot een gezamenlijk actieplan komen voor verdere vermaatschappelijking van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid.