De putter is de behendigste vinkensoort die we in ons land tegenkomen.
Uitgebloeide zaadbollen.
Met zijn spitse snavel kan hij zaden bemachtigen waar andere vinkensoorten niet bij kunnen komen. Hij hangt vaak aan stekelige distels en peutert dan de zaden diep uit de uitgebloeide zaadbollen. De rode veertjes op zijn voorhoofd zijn extra stug en bieden zo bescherming tegen de stekels.
Belangrijke hulpmiddelen
Het mannetje is nog beter in staat om zijn familie van eten te voorzien. Dit komt omdat zijn snavel net iets langer is dan die van het vrouwtje. De poten van de putters zijn belangrijke hulpmiddelen bij het vasthouden en ombuigen van de distels en de stekels.
Emmertje water
Vroeger heetten de putters distelvinken. Hun nieuwe naam hebben ze te danken aan het feit dat hun snavel en poten zo goed kunnen samenwerken. Vogelliefhebbers die de putters in volières hielden, ontdekten dat een klein emmertje water aan een touwtje door de vogel keurig naar boven werd gehaald. Daarom noemden ze hem 'putter'.
Bron: Kijk op vogels om het huis, Marjolein Bastin en Nico de Haan