Provincies verwachten komende jaren miljoenen meer uit te geven aan faunaschade

De provincies verwachten volgend jaar 118 miljoen euro kwijt te zijn aan tegemoetkomingen voor faunaschade. Als beschermde diersoorten schade veroorzaken aan gewas of vee, kunnen agrariërs hiervoor een vergoeding krijgen. De kosten voor de provincies zijn de afgelopen jaren explosief gestegen en die trend zet naar verwachting voorlopig door.

Vorig jaar keerden de twaalf provincies gezamenlijk 74,5 miljoen euro uit aan tegemoetkomingen, ruim 30 procent meer dan in 2023. Met aanvullende kosten, zoals voor de taxaties, liep het totaalbedrag op naar 87,4 miljoen. Voor dit jaar was de faunaschade aanvankelijk begroot op 61 miljoen, maar het Interprovinciaal Overleg (IPO) stelde de begroting tussentijds bij naar 96 miljoen. De raming voor 2026 en de jaren erna is 118 miljoen, staat in de IPO-begroting.

Omdat er geen maximaal bedrag is vastgesteld voor het vergoeden van faunaschade, een open-einderegeling, kunnen de kosten "sterk veranderen". Dat hangt onder meer af van de hoeveelheid aanvragen, de gewasprijzen en de taxatiekosten. Het aantal aanvragen stijgt snel, van 6000 in 2020 naar ruim 10.000 vorig jaar. De raming heeft mede daarom "een lagere betrouwbaarheid", aldus het IPO.

De grauwe gans veroorzaakte in 2024 veruit de meeste schade: ruim 35 miljoen euro. De wolf kostte de provincies iets meer dan 875.000 euro aan tegemoetkomingen aan gedupeerde veehouders.

Vooral in Noord-Holland lopen de kosten hard op. Afgelopen jaar was die provincie 27 miljoen euro kwijt, in 2026 stijgt dat bedrag naar verwachting naar ruim 45 miljoen. Ook Friesland (21,5 miljoen) en Zuid-Holland (19,5 miljoen) moeten rekening houden met een forse schadepost. Voor Flevoland zijn de verwachte kosten het laagst: 662.000 euro.

Bron: ANP