Bijna niemand is dol op kwallen. Begrijpelijk, maar onder water zijn het extreem sierlijke en betoverende dieren. Er is nog weinig over kwallen bekend. Onderzoek moet daarin verandering brengen.
Kwallen heb je in drie soorten: schijfkwallen, ribkwallen en kubuskwallen, ook wel dooskwallen genoemd.
Kubuskwallen hebben we gelukkig niet in de Noordzee. Deze parapluvormige kwallen zijn extreem giftig. Ze komen voor in tropische zeeën van Australië, Oceanië en Zuidoost-Azië. Daar geldt soms zelfs een zwemverbod vanwege deze dodelijke kwallen. In onze Noordzee zwemmen de twee andere soorten: ribkwallen en schijfkwallen.
Kwallen in de Nederland
Ribkwallen kunnen niet steken en zijn daarom eigenlijk geen echte kwallen, ze zijn er slechts aan verwant. Ze hebben colloblasten: een kleverig celtype waarmee ze hun prooi vasthouden. De ribben van ribkwallen bestaan uit kammetjes van glasachtig materiaal, die werken als een prisma. Dat levert onder water spectaculair discobeeld op. In Nederland komen van oorsprong de zeedruif en de meloenkwal voor, maar tegenwoordig hebben we ook de Amerikaanse (langlob)ribkwal, een exoot, meegekomen met ballastwater.
Schijfkwallen, genoemd naar hun platte, gekromde vorm, hebben netelcellen waarmee ze hun prooi aanvallen. De ene kwal heeft grotere netelcellen en steekt harder dan de andere. De plaaggeesten in de Noordzee zijn allemaal schijfkwallen.
Er komen vier verschillende soorten voor: de oorkwal, de kompaskwal, de haarkwal en de zeepaddestoel. De oorkwal kun je herkennen aan de vier rondjes op z’n hoed. Het is de algemeenst voorkomende kwal in de Noordzee. De tentakels van een oorkwal zijn giftig, maar alleen kleine zeediertjes hebben daar last van. De netelcellen kunnen niet door onze huid dringen. Anders ligt dat bij de kompaskwal, te herkennen aan de kompasstreepjes op de hoed. Deze soort kan wel gemeen steken, vooral op plekken waar de huid heel dun is, zoals in het gezicht. Ook de blauwe haarkwal, veelvoorkomend in de Noordzee, is een gemene prikker en kun je dus beter ontwijken. De zeepaddestoel tenslotte, ook wel bloemkoolkwal genoemd, is een echte nazomerkwal. Deze grote, bolle kwal heeft geen tentakels maar vangarmen, zonder netelcellen.