Baggerstort, wintermuggen, heide, de fenolijn en overige radio-onderwerpen

De winter is niet echt muggenseizoen, maar toch zijn er genoeg te vinden. Sommigen als overwinteraar, maar anderen komen juist in de winter tevoorschijn, zoals de wintermuggen. Je kunt ze rustig bekijken, want ze steken niet.

Om het overschot aan bagger in ons land kwijt te raken worden vaak zandwinputten gebruikt als stortplaats. Maar veel van die plassen hebben ook een grote natuurwaarde, blijkt uit onderzoek van het NIOO. Wat zijn de gevolgen van dit 'verondiepen'? Lisette de Senerpont Domis doet onderzoek in de Geffense plas.

Ze komen elke dag met het vallen van de avond aangevlogen: de zilverreigers die het Naardermeer als slaapplaats hebben gekozen. Dit jaar zijn het er meer dan zeventig, een record. Veilig verscholen in de rietkraag wachten ze de opkomende zon op, om in de weilanden rond het Naardermeer op zoek te gaan naar voedsel. 

Het leek zo'n mooie oplossing om de grond te verlossen van de stikstof. Dus werd er in ons land veel geplagd, hele bovenlagen aarde werden in gebieden afgeschraapt om de natuur de mogelijkheid te geven zich te herstellen en stikstofvrij opnieuw te beginnen. Maar het blijkt dat bij het afplaggen ook kruiden en mineralen uit de grond verdwijnen die niet meer terugkomen. Dat is met name het geval in heidegebieden. De heide komt terug maar de omringende kruiden missen belangrijke mineralen in de grond en herstellen zich niet. Nu is de grote vraag wat te doen tegen de verzuring als plaggen geen optie is? Dat is waar beheerders van heidegebieden op dit moment mee worstelen. 

Hij begon in zijn jeugd met het vangen van insecten met een netje. Later heeft Theo Zeegers van EIS Kenniscentrum Insecten zich gespecialiseerd in dazen. Thuis heeft hij een collectie van honderden dazen van over de hele wereld. De bekendste is natuurlijk de paardendaas, zo’n 2,5 cm groot. Net als bij veel andere insecten zijn het ook bij dazen de vrouwtjes die steken. Met de paardendaas gaat het de laatste decennia eigenlijk niet zo goed in Nederland, hoewel door de opkomst van de paardenhouderijen de paardendazen ook weer in de lift zitten.

Roffelende spechten, roepende bosuilen, late bloeiers en zelfs ontluikende voorjaarsbloemen zijn zondag te horen op ons antwoordapparaat van de natuur. Verder nog een waarnemingen van een winterse bruine kikker en een citroenvlinder.
Luister zondag naar alle eerste- en laatstelingen op de Vroege Vogels fenolijn, op 035-6711338.