De lawaaigarnaal heeft twee scharen die hij in 300 microseconden dicht kan klappen. Het water tussen de scharen spuit weg met een snelheid van ongeveer 100 kilometer per uur. Door het dichtklappen ontstaat een luchtbel die implodeert en een enorme knal maakt.
De garnaal knalt niet voor niets, hij vangt er zijn prooi mee. Kleine visjes raken verdoofd door de knal, zodat de garnaal ze gemakkelijk kan verschalken.