Pieter van Kesteren: Rapunzel
• 01-09-2009
• leestijd 2 minuten
Wat zeldzaam is, is alleen daarom al dierbaar.
Zo is er een zeldzame plantensoort die me zeer na aan het hart ligt. Ik heb het over de zwarte rapunzel, een voorjaarsplantje met dieppurperen buisvormige bloempjes, die gekromd omhoogwijzen als de vingers van een smekende hand en met tientallen samen een soort aar vormen. De bovenste bladeren zijn smal en lancetvormig, de onderste breed en eivormig.
Mijn rapunzel staat al jaren op dezelfde plek. Dat is niet zo vreemd want het is een overblijvende plant. Gelukkig valt hij niet op. Hij staat in zijn eentje tussen overvloedige klimop tegen een donkere, met beuken begroeide helling.
Elk voorjaar ga ik met een zekere spanning in mijn hart kijken of hij er nog staat. Er heeft zich tussen ons namelijk een zekere lotsverbondenheid ontwikkeld: zolang hij er is, ben ik er ook nog.
En tot nog toe klopt het.
Tegen de helling is met behulp van planken en paaltjes een trap gemaakt.
Wie schetst mijn vreugde toen ik enkele jaren geleden zag hoe zich onderaan een van de treden een nieuwe rapunzel aan het ontvouwen was.
Weken later ging ik kijken of beide planten al aan hun bloei begonnen waren. Tot mijn ontzetting zag ik dat van de rapunzel bij de trap de stengel was afgebroken. Waarschijnlijk had een wandelaar het topje er nietsvermoedend afgeschopt. Dat kon ook moeilijk anders realiseerde ik me. Zoals het plantje daar stond, was onthoofding onvermijdelijk. En meteen besefte ik ook dat het voortaan altijd zo zou gaan. Elk voorjaar zou het plantje enthousiast opkomen. Maar het zou nooit bloeien, omdat het steeds weer door wandelaars onthoofd zou worden.
En zo ging het inderdaad de volgende twee jaren.
Het derde jaar was het plantje ineens weg. Zou het de zinloosheid van zijn bestaan begrepen hebben en de eer aan zichzelf gehouden hebben?
Het andere plantje is er nog steeds. En dat is goed.
Alleen nu, jaren later, vraag ik me af waarom ik niet heb ingegrepen. Waarom heb ik het jonge plantje niet uitgegraven en ergens anders neergezet voordat het onthoofd kon worden? Omdat dat niet eerlijk is? Omdat je ingrijpt in de natuur, manipuleert – iets doet dat bijna net zo ingrijpend is als genetische modificatie? Of omdat de zwarte rapunzel daardoor aan exclusiviteit en mystieke bijzonderheid zou inboeten? En je daarmee dus het begrip ‘zeldzaam’ onherroepelijk zou devalueren? Ik weet het niet, maar zoiets als dat laatste moet het zijn.