Met de maatregelen die genoemd worden in de eerste opzet voor een Klimaatakkoord, moet het ‘technisch’ haalbaar zijn de CO2-uitstoot in 2030 grofweg te hebben gehalveerd ten opzichte van 1990. Maar wat dat gaat kosten en wie de rekening betaalt, is nog lang niet duidelijk genoeg.
Akkoord niet concreet genoeg
Dat concluderen het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en het Centraal Planbureau (CPB) in een eerste analyse van de plannen. Een echte doorrekening, die de kosten voor overheid, burgers en bedrijven inzichtelijk maakt, bleek niet mogelijk. Veel van de voorstellen zijn daarvoor nog niet concreet genoeg.
Op grond van de maatregelen die al wel zijn uitgewerkt, heeft het PBL becijferd dat de jaarlijkse meerkosten oplopen tot 3 à 4 miljard euro in 2030. De benodigde investeringen worden geschat op 80 tot 90 miljard euro in de jaren 2019 tot en met 2030.
Werkelijke kosten en wie gaat betalen
De werkelijke kosten hangen volgens het planbureau evenwel volledig af van de keuzes die het kabinet de komende maanden maakt. “Het wat is met dit voorstel duidelijker geworden, nu komt het aan op het hoe”.
De analyse van het CPB is nog beknopter. Dat komt doordat op veel terreinen nog geen afspraken op papier staan. Van sommige maatregelen kunnen de financiële gevolgen wel los worden beoordeeld. Maar als ze deel gaan uitmaken van een integraal pakket, kunnen de effecten flink afwijken.
“Het kabinet is aan zet”, zegt ook Ed Nijpels, die de klimaatonderhandelingen leidt. Volgens de oud-minister zijn duidelijke politieke keuzes nodig voordat de onderhandelingen over een definitief Klimaatakkoord kunnen worden afgerond.
CO2-uitstoot verlagen
In het Klimaatakkoord moet uiteindelijk worden vastgelegd hoe Nederland gaat voldoen aan internationale afspraken over terugdringing van de CO2-uitstoot. Die moet in 2030 grofweg zijn gehalveerd ten opzichte van 1990. Daarbij wordt met name veel verwacht van verduurzaming van de elektriciteitsproductie. Maar ook bijvoorbeeld de industrie en het vervoer moeten op termijn zo veel mogelijk af van fossiele brandstoffen.
De coalitiepartijen hebben afgesproken dat Nederland zijn klimaatbeloftes waar moet maken. Maar inmiddels lijken VVD en CDA wat terug te schrikken voor de hoge kosten die sommige maatregelen met zich kunnen meebrengen, ook voor burgers en bedrijven. D66 en ChristenUnie willen juist meer vaart maken.
Reactie Coaltie
Net als minister Eric Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) sprak Rutte tegen dat de kwestie voor verdeeldheid zorgt binnen de coalitie. Hij wees op het regeerakkoord waarin duidelijk staat wat de klimaatdoelstellingen van het kabinet zijn. Hoewel zowel zijn eigen VVD als het CDA aan de rem lijken te trekken, omdat de maatregelen erg duur kunnen uitpakken voor burgers en bedrijven, is volgens de minister-president geen sprake van een conflict.
“Er is geen ander pijnpunt dan gewoon de hoeveelheid. We moeten op veel dingen reageren. Het zijn hele dikke stukken dus het kost even om daar doorheen te werken,” aldus Wiebes. Maar over de noodzaak om door te gaan op de ingeslagen weg, bestaat ook volgens Wiebes geen verdeeldheid.