Advocaat van de natuur en spreekbuis van het milieu.

Column Patrick Jansen: Tandrot in de natuur en het landsbestuur

theme-icon
Klimaatverandering
Vandaag
leestijd 3 minuten
203 keer bekeken
Patrick-Jansen

Patrick Jansen

De natuur in Nederland heeft vele problemen maar één van de grootste is ontegenzeggelijk stikstof. Om precies te zijn: stikstofoxide die vrijkomt uit fabrieken en verbrandingsmotoren, en ammoniak uit de veehouderij.

Overmaat aan stikstof schaadt de biodiversiteit, vooral in natuurgebieden met arme bodems zoals de Veluwe. Daar veroorzaakt het verzuring, die de bodem verweert waardoor schaarse mineralen uitspoelen, buiten het bereik van plantenwortels, en giftig aluminium vrijkomt. Met spreekt daarom van ‘tandrot in de bodem’.

Wat achterblijft is een bodem met een verstoorde mineralenbalans waarop weinig plantensoorten gedijen. Bloemen en de bijbehorende insecten verdwijnen. Alle dieren die kalk nodig hebben, zoals slakken voor hun huisjes en broedvogels voor hun eieren en botten, krijgen problemen.

Decennialang heeft Nederland de tandrot laten doorgaan want tja de economie. Tót mei 2019, toen de Raad van State het stikstofbeleid afkeurde. De stikstofneerslag op natuurgebieden moet omlaag, en zo lang dat niet gebeurt krijgen alles wat ook maar het geringste beetje extra stikstof in de natuur brengt geen vergunning meer.

Ik was toen hoopvol. Ik dacht: nu keert de wal het schip. Want als de economie wordt geraakt door een natuurprobleem, dan raakt het iedereen. Dan moét het landsbestuur wel in actie komen. Maar vandaag, 5 ½ jaar later, ben ik behoorlijk pessimistisch.

De maximumsnelheid ging terug naar 100, weet u nog, maar verder veranderde er weinig. Er kwamen boerenprotesten, keiharde lobby, intimidatie, een nieuwe boerenpartij. Drie jaar later kwam natuurminister Van der Wal eindelijk met een plan én een budget, maar toen vond Yesilgöz het nodig om het kabinet op blazen. Het eerste wat het kabinet Schoof daarna deed was álle stikstofplannen, waaraan de provincies inmiddels keihard hadden gewerkt, resoluut van tafel vegen.

Sindsdien saboteerde natuurminister Wiersma werkelijk alle verbeteringen. Zelfs nu het kabinet dubbel-demissionair is, probeert ze het schip nog dwars door de wal heen te rammen, tegen alle adviezen in. Deze week bleek dat ze nog even snel de mestregels wil verruimen ten koste van de waterkwaliteit. Pyromanenpolitiek, zei de ChristenUnie.

Hoe kan dit allemaal zomaar gebeuren? Ikzelf denk inmiddels dat ook ons landbestuur last heeft van een soort tandrot.

En de tandrot van de bodem? Die ging al die jaren door, al deden verschillende provincies hun best om te redden wat er te redden valt. Het trieste is dat allerlei mooie en nuttige projecten jarenlang stilliggen. En dat boeren, vooral veehouders, nóg onzekerder, nóg ongeruster en nóg bozer zijn geworden. Sommigen die voorloper waren, aan oplossingen wilden werken, liepen vast en laten zich nu uitkopen – zonde. De woede is groot.

Een deel van die woede zich wéér op welwillende politici en op natuurbeschermers. Er worden mensen bedreigd en geïntimideerd. Gezaaide twijfels vinden vruchtbare aarde. Sommigen zien een complot van – ik citeer – de “randstedelijke kletsende klasse van technocraten, deugers, marxisten en klimaatdrammers” die “alle boeren weg willen hebben”. Het vertrouwen is op een dieptepunt.

De nieuwe ‘inhoudelijke agenda’ van D66 en CDA lijkt wat hoop te bieden. Er staan opnieuw concrete voornemens voor de stikstofreductie. “We beschermen kwetsbare natuurgebieden”, lees ik. Men wil boeren helpen de doelen te halen op hun eigen manier. Maar dat er echt een tandarts komt die de oorzaak van de tandrot zal wegnemen, op tijd om het gebit te redden, geloof ik niet meer zomaar. Ik denk dat daarvoor eerst de tandrot van het landsbestuur zelf moet worden behandeld.

Delen:

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.

Gerelateerd

Al 100 jaar voor