Het is ieder jaar weer hetzelfde liedje: de padden gaan op trek van hun winterverblijven naar de voortplantingsplek waar ze zelf verwekt zijn en hun eerste levensdagen doorbrachten. De paddentrek vindt plaats in de periode februari tot april. De combinatie van temperatuur (minimaal zes graden Celsius) en luchtvochtigheid (hoe natter hoe beter) zijn belangrijk voor het op gang komen van de paddentrek.
De paddentrek kan op een dag of vijf nauwkeurig worden voorspeld. Elke nacht wordt de voorspelling bijgewerkt, waarbij de weersverwachting voor de komende negen dagen wordt meegenomen. De Natuurkalender heeft een
voorspelmodule Paddentrek.
Deze voorspelling is gebaseerd op de negendaagse weersvoorspelling, waarbij de verwachte temperatuur wordt meegenomen in de berekeningen.
Amfibieën brengen de winter meestal door aan land, verstopt onder bladeren, een boomstronk of ingegraven in een ondergronds holletje. In het voorjaar ontwaken ze en gaan ze (bijna allemaal op hetzelfde moment) op pad naar hun voortplantingspoel. Doel: een partner zoeken en eitjes afzetten. Door het dichte wegennet, moeten veel amfibieën tijdens die tocht een weg oversteken. Vaak eindigt zo’n tocht ‘op weg naar nieuw leven’ in een platte dood.
In ons land zijn jaarlijks honderden vrijwilligers actief tijdens paddenoverzetacties. Langs de trekroutes worden schermen geplaatst die de amfibieën naar ingegraven emmers leiden. Vrijwilligers controleren die ‘paddenvallen’ dagelijks en zetten alle amfibieën veilig over naar de andere kant van de straat. Niet alleen padden worden geholpen, ook de heikikker, de rugstreeppad en de kamsalamander worden in de emmers aangetroffen.
De paddentrek kost elk jaar tienduizenden padden het leven als ze wegen oversteken. Dat komt volgens Ravon niet zozeer doordat ze worden platgereden, maar vooral doordat de dieren door de snelheid van het verkeer tegen de bodemplaat van voertuigen worden gezogen. De padden sterven daardoor een langzame dood, aldus de organisatie.