Een ecoduct, wildwissel, natuurbrug of wildviaduct is een viaduct waarbij (meestal) de bovenste laag gereserveerd is om dieren een weg te laten kruisen. Ecoducten worden gebouwd als onderdeel van de Ecologische Hoofdstructuur, bedoeld om de teruggang van de biodiversiteit in Nederland af te remmen. In een ecombiduct is de passage gecombineerd met een kleinwildtunnel. De tunnel is vooral effectief voor dieren die bijvoorbeeld licht- en geluidshinder ondervinden van weg- en spoorverkeer.
Een ecoduct is geen brug in de strikte zin van het woord. Een viaduct is dat trouwens ook niet. Men kan zeggen dat een viaduct een overspanning is die niet in de eerste plaats bedoeld is voor mensen om over te steken, of die niet over een water ligt. Bij een viaduct kruisen zich twee wegen boven elkaar. Wil men het voor wild mogelijk maken een snelweg te passeren dan wordt er soms een zogenaamd wildviaduct aangelegd, meestal een dijk tussen twee natuurgebieden met een portaal erin om de autoweg door te laten. De dijk wordt met groen beplant en de toeleidende bermen met afrastering uitgevoerd om zo een ongestoorde passering van groot en klein wild mogelijk te maken.