Otters behoren tot de marterachtigen. Ze zijn familie van de bunzing, hermelijn, wezel, das, steenmarter en boommarter. De zwemvliezen tussen de tenen wijzen er al op: otters leven in de omgeving van water. Het zal niet makkelijk zijn er een in het wild te zien, omdat ze vooral ’s nachts actief zijn en overdag rusten.
Wetenschappelijke naam:
Lutra lutra
Algemene kenmerken:
- Zoogdier met een dikke pels
- Lang lichaam
- Platte kop,
- Enigszins afgeplatte staart
- Korte poten en zwemvliezen tussen de tenen.
De otter stelt een aantal belangrijke eisen aan zijn omgeving. Een otter heeft voldoende schoon water nodig. Daarnaast moet er genoeg voedsel te vinden zijn. En de otter een moet een goede schuilplaats hebben waar hij zijn jongen kan verzorgen. Een otter legt grote afstanden af die hij ongehinderd moet kunnen overbruggen.
Z'n voedsel bestaat voor zo'n 80% uit verschillende vissoorten. Het overige deel is erg gevarieerd (amfibieën, kleine zoogdieren, vogels, kreeftachtigen en insecten). Per dag eet een volwassen otter ongeveer één tot anderhalve kilo voedsel. Een volwassen otter kan wel 80 tot 140 centimeter lang worden, de staart meegerekend. De vrouwtjes zijn meestal kleiner en minder zwaar dan de mannetjes.
Tot begin vorige eeuw was de otter vrij algemeen in de moerasgebieden van Noord-Nederland. Hij werd alleen zo fel bejaagd dat in 1942 de jacht op de otter in het grootste deel van Nederland permanent werd gesloten. Vervolgens ging het door allerlei oorzaken waaronder watervervuiling, weer bergafwaarts met de otterbevolking in Noord-Nederland. Tenslotte kwam hij alleen nog in Noordwest-Overijssel en Friesland voor. De laatste eenzame otter werd op 17 september 1988 in de buurt van Joure door een auto doodgereden.