Opvangbeleid overwinterende ganzen geëvalueerd
• 05-10-2009
• leestijd 2 minuten
De minister van LNV heeft de Tweede Kamer geïnformeerd over de afronding van de evaluatie van het opvangbeleid voor overwinterende ganzen en smienten. Circa 60% van de ganzen blijkt inderdaad in de daarvoor bestemde gebieden te overwinteren, en 40% nog steeds in de gewone landbouwgebieden. Het actief verjagen van ganzen helpt niet: het heeft tot dusver geen verdergaande concentratie in de opvanggebieden tot gevolg. De opvang van ganzen kost de overheid jaarlijks zo’n 17 miljoen euro.
Van de 60% van de ganzen in de opvanggebieden verblijft zo’n 35% in boeren-foerageergebied en 25% in natuurgebied. De aantalontwikkeling van ganzen en smienten is met de invoering van het opvangbeleid niet essentieel veranderd (een jaarlijkse toename in de periode1975-2008 van circa 6%, waarbij zich de laatste vijf jaar een neiging tot stabilisatie lijkt af te tekenen). Het onderzoek laat zien dat de huidige praktijk van verjagen niet heeft geleid tot verdergaande concentratie in de opvanggebieden. In de gewone landbouwgebieden overwintert ca 40% van de ganzen. Ook blijkt dat de hoeveelheid voedsel in de opvanggebieden - ook bij voortgezette aantaltoename - nog voldoende is voor de komende 10 jaar. Daarna ontstaan mogelijk tekorten. Daar zit de beperking voorlopig dus niet. Voorts zijn er geen aanwijzingen gevonden dat de overwinterende ganzen het broeden van weidevogels negatief beïnvloeden.
Aan de opvang van de ganzen en smienten zit wel een kostenplaatje. Jaarlijks betaalt de overheid zo’n 17 miljoen euro voor de opvang. Die kosten zijn hoger dan vooraf gedacht. Dit komt onder meer omdat de boeren die een beheerpakket afsluiten een hogere vergoeding krijgen. Daarnaast is de schade buiten de gebieden niet afgenomen. Bovendien verblijven de ganzen tijdens hun winterverblijf langer in Nederland en vreten zo steeds meer van het kostbare voorjaargras.