Het is nog niet bewezen dat trekvogels de verspreiders zijn van de vogelgriep bij de huidige uitbraken in West-Europa. Toch duikt dit nu al als ‘feit’ op in de huidige discussie. “Het is in ieders belang om de verspreiding van vogelgriep echt goed uit te zoeken, en niet alleen bij de huidige gevallen. Anders kunnen er ook geen effectieve beschermende maatregelen genomen worden,” zegt hoofd Vogeltrekstation Henk van der Jeugd van het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW).
Trekvogels: kan wel, hoeft niet
Een deel van de watervogels die gevoelig zijn voor vogelgriep zijn trekvogels. Deze kunnen een rol spelen in de verspreiding van het virus, wat niet wil zeggen dat trekvogels altijd de bron zijn van een vogelgriep-uitbraak. Omgekeerd kunnen tamme vogels ook wilde vogels besmetten.
Wilde eend
Uit onderzoek is gebleken dat trekkende wilde eenden waarschijnlijk pas in Nederland besmet raakten met vogelgriep en dus niet het virus invoerden in ons land. De grote najaarspiek valt wel samen met de aankomst van trekvogels, maar de trekkende eenden brengen het vogelgriepvirus waarschijnlijk niet mee. Daarom moeten we voorzichtig zijn met algemene conclusies.
De ene vogelgriep is de andere niet
Er zijn vele subtypes van de vogelgriep: de H-tjes en de N-tjes. Allemaal vertonen ze een eigen dynamiek waarbij seizoenspatronen maar ook langjarige cycli in het voorkomen bij wilde vogels worden waargenomen.
Monitoren en onderzoeken
Het Vogeltrekstation van het NIOO wil de feiten verder onderzoeken rond vogelgriep en trekvogels. Monitoring van het vóórkomen van de virussen en daarnaast onderzoek naar de bewegingspatronen van wilde vogels zijn nodig.