Het is beslist de foutste naam in het dierenrijk, want dit dier is beslist geen worm en het is zelden in een oor aangetroffen. Toch noemen de Duitsers hem ook Ohrwürm, zeggen de Engelsen earwig en spreken Friezen over earekrûper. Omdat dit insect in nauwe spleten voorkomt heeft een verre ongeletterde voorvader hem ten onrechte van oorkruipen beticht. Sommigen noemen ze dan ook oorkruiper. En waar dat woord worm vandaan komt is helemaal een raadsel, want als je hem goed bekijkt is het een werkelijk prachtig dier.Lees meer over deze soort en je gaat er echt van houden.
Omschrijving
De officiële naam is Dermaptera, wat huidvleugeligen betekent. Oorwormen hebben inderdaad vleugels die zeer dun en doorschijnend zijn. Meestal ingenieus als een waaier opgevouwen op het lichaam zodat je ze niet ziet. En vliegen doen ze er ook hoogst zelden mee.
Een ander mooi onderdeel van de oorworm is zijn ‘nijptang’ aan het achterlichaam. Een vervaarlijk ogend instrument, dat wel, maar echt knijpen kan hij er niet mee. Het dient vooral om vijanden af te schrikken. De meest voorkomende soort in Nederland dankt er zijn naam aan: Forficula auricularia, furficula is het Latijnse woord voor schaartje.
Soorten
Wereldwijd bestaan er zo’n 1800 verschillende oorwormen – daarmee is het in insectenland een kleine groep! In ons land komen vijf soorten voor: de ‘gewone’, de kleine oorworm, de bosoorworm, de zandoorworm en als laatste een zeldzaam exemplaar dat nog geen Nederlandse naam heeft.
Vertederend
Echt vertederend is de rol van moeder oorworm. In de herfst, na het paren, graaft mevrouw met haar kaken een holletje in de grond, waar ze samen met haar partner en haar circa 50 eitjes overwintert. Ze likt de eieren vrijwel constant, om uitdroging te voorkomen en om schimmels geen kans te geven. Als de eitjes uitkomen dan wordt meneer het hol uit gejaagd. Moeder houdt de jonkies nu likkend schoon en voedt ze met voorgekauwde planten- en dierenresten. Ook beschermt ze haar kroost tegen andere dieren.
Junior oorwormpjes die té ondernemend zijn en het ouderlijk holletje verlaten worden zelfs weer terug het nest in gesleept. Bij hogere, gewervelde dieren is zo’n vorm van moederliefde of broedzorg vrij gebruikelijk, maar in de insectenwereld is dit heel bijzonder.
Uitputting
Tijdens het verzorgen van het nageslacht komt het vrouwtje zelf nauwelijks aan eten toe. Ze zal een enkel bedorven eitje opeten, maar dat is alles. Als haar kinderen na vier of vijf vervellingen oud genoeg zijn geworden verlaten ze holletje en moeder, die dan meestal spoedig uitgeput sterft.
Bronnen: Wikipedia, Natuurbericht, Geen Tuin Zonder Dieren (Rosita Moenen), Beesies.nl
Foto Gewone oorworm: James Lindsey at Ecology of Commanster - Wikipedia)